Niet als alle andere racegames
Samengevat
Project Cars biedt liefhebbers van autosport een game om zich helemaal in te verliezen. Met onder meer karts, toerwagens, Le Mans-auto's en Formule-wagens in het aanbod beschikt Project Cars over een flink aantal autosportklassen, die op een redelijk aantal circuits uitgeprobeerd kunnen worden. Hoewel de game speelbaar is met een controller als alle rijhulpen zijn ingeschakeld, is Project Cars overduidelijk bedoeld als simulatie. De beschikking hebben over een stuur en pedalen en niet vies zijn van een beetje uitdaging zijn twee belangrijke elementen, wil Project Cars echt een groot succes zijn, want alleen dan komt de simulatie volledig tot zijn recht. Benader je de game niet als simulatie maar echt als game, dan valt op dat de consoleversies kampen met aardige laadtijden, dat er enkele onhandige dingen zijn in de gameplay en dat de presentatie over het algemeen wat droog is. Geen van die zaken zal de echte racer erg kunnen boeien, want die is veel te druk bezig met het bijschaven van zijn rondetijden. Dat is terecht, want op dat vlak staat er voorlopig geen maat op Project Cars.
Eindoordeel
Op de E3-gamesbeurs is het normaal dat bekende gamesbladen ter promotie overal gratis exemplaren laten slingeren, zodat ze opgepikt kunnen worden door journalisten en andere mensen die werkzaam zijn in de game-industrie. Zo kwamen wij enkele jaren geleden dankzij één van die bladen voor het eerst in aanraking met een racegame die 'anders zou zijn dan alle andere racegames'. Het Britse blad Edge pakte uit met een flinke feature over een project dat op dat moment nog in de kinderschoenen stond. In het vliegtuig terug naar Nederland lazen we over een racegame gemaakt door en voor race-liefhebbers. De makers wilden proberen een zo realistisch mogelijk racesimulatie te ontwikkelen, maar dan wel bedoeld voor de mainstream-markt.
Getest op: pc, PlayStation 4
Ook verkrijgbaar voor: Xbox One, Wii U (later)
Inmiddels, in mei 2015, weet vrijwel elke liefhebber van racegames wel wat Project Cars is, en waarom de game in de gaten gehouden moest worden. Meer dan elk alternatief dat op de markt te krijgen is, richt Project Cars - waarbij 'CARS' staat voor Community Assisted Racing Simulator - zich op de sportkant van de racerij. De game bestaat vrijwel alleen uit bestaande raceklassen en bevat vooral race-auto's, aangevuld met een paar leuke 'normale' wagens. Niet heel erg: met een McLaren P1 rijden is nooit een straf, ook niet in Project Cars. Zelfs niet als het strikt genomen geen race-auto is.
Toch blijft de focus op autosport. Dat komt mede door de achtergrond van ontwikkelstudio Slightly Mad Studios. Die was in het verleden verantwoordelijk voor de Need for Speed: Shift-games, die binnen de franchise van Electronic Arts het wat serieuzere deel van autoracen moesten vertegenwoordigen - en dat best aardig deden. Daarnaast riep Slightly Mad de hulp in van allerlei racegekke gamers die actief konden mee-ontwikkelen aan de game. Zo ontstond, via de 'World of Mass Development', een gigantisch ontwikkelteam dat samenwerkte aan wat de beste en meest gedetailleerde race-simulatie ooit moest worden.
Op de Gamescom zagen we afgelopen jaar al een voorproefje van waar het inmiddels allemaal toe heeft geleid. De ontwikkelaar deed samen met coureur Oli Webb, die nauw betrokken is bij de ontwikkeling van het spel, een boekje open over wat een racegame authentiek maakt. We hoorde uitspraken over fotorealistisch ogende auto's en tot op het kleinste detail nagemaakte circuits. Belangrijker: we maakten kennis met de virtual reality-ondersteuning die het spel vanaf de dag van release zou hebben. Het bleek een flinke eye-opener. Nooit eerder beleefden we een racegame op zo'n indrukwekkende manier. Als Project Cars van zichzelf al niet interessant genoeg was, dan stond het spel nu zeker op onze radar.
Helaas beschikken we op Tweakers HQ momenteel niet over een bruikbare VR-set, waardoor we dat element niet mee hebben kunnen nemen in onze tests. Datzelfde geldt in mindere mate voor technische tests: we zijn momenteel nog druk bezig met het draaien van benchmarks met de pc-versie. Wachten op die resultaten zou de review zo veel vertraging opleveren, dat we hebben besloten op een later moment met een apart artikel over de technische ins en outs van Project Cars te komen.
Sterke simulatie gericht op competitie
Project Cars is een race-simulator. Die conclusie durven we na onze testperiode, waarin we zowel de pc-versie als de PlayStation 4-versie te lijf gingen, wel te trekken. De game blinkt uit in het simuleren van het gedrag van een race-auto, met alle ongemakken die dat met zich mee brengt. Die krengen laten zich namelijk een stuk lastiger besturen dan een normale personenauto, en dat is dus ook in de game te merken. Het gevolg hiervan is dat je, als je de game wilt spelen zoals het bedoeld is, eigenlijk niet zonder een race-setup met een stuurtje en pedalen kunt. Gedoseerd insturen, gas geven en remmen is cruciaal.
Controller: gewoon niet lekker
Betekent dat dan dat Project Cars niet te spelen is met een controller? Want dat is toch voor veel consolegamers gewoon het uitgangspunt. Het antwoord: ja en nee. Ja, de game is speelbaar. Zet alle rijhulpen aan, dan kun je een eind komen. Echt leuk is het niet en op deze manier weet Project Cars zich ook niet te onderscheiden van een willekeurige andere racegame. Er zijn nog wel wat pluspunten van de gameplay die ook dan nog overeind blijven, maar de hoofdzaak - het nabootsen van hoe een racewagen zich gedraagt - valt weg. Bovendien zul je nooit zo snel zijn als iemand die wel over een stuurtje beschikt, dus online racen kun je op die manier wel vergeten.
/i/2000610102.jpeg?f=imagenormal)
Tijd om te investeren dus, mocht je nog niet zijn voorzien. Het goede nieuws is dat Project Cars je niet alleen voorziet van de game die je mag verwachten als je inderdaad je rekening plundert voor zo'n stuur. Het spel ondersteunt ook nog eens een wagonlading verschillende stuurtjes, compleet met vooraf ingestelde pre-sets. Bij ons duurde het even voor we onze Thrustmaster T300RS helemaal goed werkend kregen, maar het eindresultaat mag er zijn. Plezier in je werk is natuurlijk altijd leuk, en ook vrij gebruikelijk op de Tweakers-redactie, maar het testen van Project Cars in een playseat voorzien van een goed stuur en dito pedalen maakt het allemaal nog net even leuker. Dat blijkt ook wel: minstens vier andere redacteuren wipten af en toe het gamehok in om even een rondje te rijden.
Competitie
Dat is geen toeval. Een aantal van die redacteuren, onder wie reviewers Wout en Jelle en videoredacteur Luke, zijn autosportliefhebbers die ook nog best een aardig potje kunnen sturen. Naar elkaar kijken terwijl we hotlaps over Silverstone deden in een Aston Martin Vantage V12, waarbij er af en toe flink gespind werd, was eigenlijk al vermakelijk genoeg. De strijd om wie de auto uiteindelijk het best wist te temmen en wie de snelste tijd wist te noteren, loopt nog steeds.
/i/2000610105.jpeg?f=imagenormal)
Bovenstaande alinea is niet geschreven om te laten zien hoeveel plezier we hebben op de redactie (oké, misschien een klein beetje), maar vooral om te tonen waar de kracht van Project Cars ligt. Een auto, een circuit en rondetijden: meer heb je niet nodig om je helemaal te kunnen verliezen in het spel. Als er dan ook nog andere racers in de buurt zijn met wie je dat soort wedstrijdjes kunt doen, wordt het helemaal leuk. De auto's doen precies wat je verwacht en straffen je ook af waar je het verwacht. Ga je dus net even te vroeg of te enthousiast op het gas, dan sta je vrij snel verkeerd om op de baan - en zitten een paar collega's achter je op de bank te gniffelen, in ons geval.
Afwisseling in auto's
De kracht van de simulatie wordt nog beter merkbaar als je varieert in de auto's. Elke auto gedraagt zich anders en heeft andere zaken waar je op moet letten, of je nu kijkt naar de stabiliteit of naar andere details, zoals bandenslijtage. De ene auto kan veel hebben, de andere auto verbrandt veel sneller rubber als je geen soepele lijnen rijdt of te veel van de racelijn afwijkt. Ben je bijvoorbeeld net gewend aan de downforce van een Formule-auto, dan moet je daarna weer anticiperen op de loggere, minder directe toerwagens. Elke auto leren beheersen is onderdeel van de uitdaging.
Carrièremodus: goed, maar voor hoe lang?
Het brede aanbod met verschillende autosportklassen is een van de sterke punten van Project Cars. De game bevat op zich niet eens een ongelooflijk lange lijst aan beschikbare auto's en circuits, maar de selectie voelt goed en past precies bij de game. Autosportliefhebbers zullen zich makkelijk kunnen identificeren met de aanpak die Slightly Mad Studios gebruikt in de carrièremodus. Desgewenst kun je je hier á la Lewis Hamilton opwerken vanuit karts naar de allersnelste raceklassen op aarde. Daar tussenin vind je alles, van de eerste Formule-autootjes tot Le Mans-wagens.
Zelf kiezen
Waar je instapt, mag je zelf bepalen. Je kunt inderdaad beginnen in de karts en je opwerken, maar als je meteen in een LMP1-wagen wil beginnen, mag dat ook. Een leuk detail is dat goede resultaten leiden tot uitnodigingen van andere teams uit andere raceklassen. Stap je daar in, dan worden die kampioenschappen verweven met je lopende seizoen. Je kunt dus in meerdere raceklassen tegelijk uitkomen. Dat is dubbel leuk: het spel brengt je in contact met auto's die je nog niet kent en brengt automatisch afwisseling aan.
/i/2000610067.jpeg?f=imagenormal)
Al die kampioenschappen kennen dezelfde opbouw: je werkt meerdere raceweekenden af, compleet met vrije trainingen, kwalificatie en race of races, en uiteindelijk heb je een eindklassement. Het oog voor detail dat bij deze kampioenschappen komt kijken is noemenswaardig. Zo zijn er raceklassen waarbij je eerste kwalificatietijd je startplek bij Race 1 bepaalt, en je tweede tijd je startplek bij Race 2. Je moet in dat geval dus zeker twee snelle rondes noteren tijdens de kwalificatie. Ook zijn er klassen waarbij een sprint-race en een normale race worden verreden. Deze stipulaties hangen steeds samen met de regels die de betreffende klasse in het echt ook hanteert.
Stiekem Formule 1
Daarmee zet Project Cars diverse takken van autosport al realistischer neer dan we ze ooit hebben gezien, en het gaat nog veel verder dan dat. Zo kun je in lange 'Endurance'-races niet alleen pitstops maar ook rijderswissels uitvoeren. Het enige dat een klein beetje afbreuk doet aan de authenticiteit van dit alles is dat Slightly Mad Studios niet over de noodzakelijke licenties beschikt om alle klassen echt bij naam te kunnen noemen. Zo is Formule A stiekem gewoon Formule 1, alleen zijn de modellen van de auto's wat ouder en is de bestickering van die auto's volledig fictief. Het ziet er dus anders uit en heet ook anders, maar de auto's rijden precies zoals je het zou verwachten binnen de Formule 1, en daar gaat het om.
/i/2000610072.jpeg?f=imagenormal)
Het is moeilijk om de authenticiteit van Project Cars goed uit te leggen zonder te vervallen in een ellenlange opsomming van kleine details, maar dat is wel waar het om gaat. Denk aan de juiste bordjes en andere objecten langs de baan die je helpen je rempunten te bepalen. Denk aan een realistisch aantal auto's op de baan, met als hoogtepunt de race op Le Mans waar maximaal 45 auto's aan mee kunnen doen in Project Cars. De game laat her en der heus wel steekjes vallen - waarom is er bijvoorbeeld geen animatie van de pitcrew? - maar over het algemeen klopt alles.
Lol gaat er langzaam af
En toch gaat de lol na verloop van tijd van de carrièremodus af. Het is een combinatie van de droge presentatie en het feit dat je steeds min of meer eenzelfde raceweekend afwerkt, eenzelfde kampioenschap rijdt en wint, tegen ongeveer dezelfde tegenstand. Dan wachten er na afloop standaardmailtjes van je race-engineer en je teambaas, en eventueel een nieuw contract bij een ander team. Het racen blijft leuk, maar de noodzaak om dat binnen de carrièremodus te doen valt langzaam weg.
Online
Het is dan een vrij logische stap om rond te gaan kijken in de online modi. We werkten een aantal raceweekenden af tegen andere spelers, waarbij opgemerkt mag worden dat het niveau vrij hoog lag, en de mate van 'trolling' binnen de perken bleef. Dat hebben we weleens anders gezien in racegames waar auto's elkaar naar hartenlust kunnen aanraken. Het is speculatie, maar het zou kunnen dat het hardcore karakter van Project Cars dient als filter, waardoor voornamelijk serieus racende gamers overblijven die zich überhaupt aan de online modi wagen. Het zorgt er in elk geval voor dat online racen in Project Cars leuk en uitdagend is. Wel kwamen we online af en toe de grootste problemen met framerate tegen, wat zeer waarschijnlijk samenhangt met wat druk op de verbinding. Onspeelbaar werd het overigens nooit.
Audiovisueel: details en framerate
Wellicht zou het wél onspeelbaar zijn geweest als we eens deelnamen aan een race met een wat dodelijkere samenstelling. Zowel op de consoles als op de pc draait Project Cars soepel, maar de wie de framerate graag onder druk willen zetten kan dat prima bewerkstelligen, vooral op de consoles. De meer bescheiden kracht van die apparaten blijkt al bij het inladen van de races, dat soms best irritant lang duurt ten opzichte van de paar seconden die je nodig hebt op de pc. Maar ook tijdens het racen is te merken dat de PlayStation 4 niet in staat is net zo goed voor de dag te komen als de pc-versie.
Framerate daalt in de regen
De lagere framerate gaat in vrijwel alle gevallen hand in hand met veranderende, of ronduit slechte weersomstandigheden. Stel je race in op 'Thunderstorm', kies voor een aardig aantal auto's dat aan de race deelneemt, en je hebt een recept om de 60fps waarop de consoleversies draaien aardig onderuit te halen. Toch blijft het allemaal binnen de perken. Lager dan 30fps kom je zelden. Ga je niet specifiek op zoek naar die zware omstandigheden, dan houdt Project Cars zich prima, op elk platform. Op de pc verandert dat uiteraard weer als je met extreme resoluties gaat spelen, maar dat spreekt voor zich.
Die hogere resoluties zijn overigens niet echt nodig. Project Cars ziet er prima uit op full hd. Met name de auto's zien er goed uit. Eigenlijk moet je af en toe even tijd vrij maken om naar de replay te kijken. De dynamische camera brengt dan gevechten tussen mooie auto's prachtig in beeld. De omgevingen zijn niet overdreven indrukwekkend, maar de wetenschap c.q. belofte dat de circuits tot in detail zijn nagemaakt, maakt wel iets goed. En dan zijn er natuurlijk nog de weersomstandigheden. Project Cars laat je die omstandigheden in losse races desgewenst zelf instellen. Je kunt dus bepalen dat je begint bij droog weer, waarna er een paar spatjes vallen, gevolgd door een hoosbui, om vervolgens weer terug te gaan naar zon. Ook kun je aangeven hoe snel de weersomstandigheden moet veranderen.
Prachtige weerseffecten
Dat kost je dus wat extra rekenkracht en wat frames, maar het resultaat is het waard. Nooit eerder zagen we zulke prachtige regeneffecten als in Project Cars. Het water glijdt mooi over de auto's en het effect wordt versterkt door druppelvorming op de camera. Kijk ook zeker even binnen in de auto, waar je het water tegen je voorruit ziet spatten terwijl je ruitenwissers hun uiterste best doen om al dat water zo snel mogelijk af te voeren. En nee, je ziet op die momenten inderdaad geen hand voor ogen, precies zoals het hoort.
De audiovisuele kant van Project Cars wordt gecompleteerd door het geluid. Niet alleen ronken de auto's allemaal anders, ook hier geldt dat het oog voor detail indrukwekkend is. Kies je voor een camerastandpunt in de auto, dan kraakt en piept er van alles. Race-auto's zijn nu eenmaal niet gebouwd op comfort, en dat is te merken. Ook buiten de auto zijn de details merkbaar. Stop bijvoorbeeld eventjes met rijden als het hard regent, en je hoort de regendruppels tikken op de auto. Opnieuw een relatief klein detail dat enorm bijdraagt aan hoe authentiek Project Cars aanvoelt.
/i/2000610103.jpeg?f=imagenormal)
Conclusie
'Meer simulator dan game', schreven we in de kop van deze review, en dat is precies waar het op neer komt bij Project Cars. De game is heel sterk in wat de makers van het begin af aan als kern van het spel hebben gezien: zorgen dat de verschillende auto's en klassen zo realistisch mogelijk nagemaakt en neergezet worden, met alle details die daarbij horen. Dat is gelukt. Er is geen game waarin het zo leuk is om, mits je een aardige race-setup met een stuurtje en pedalen hebt, de vele verschillende racewagens te temmen, om vervolgens steeds sneller te worden. Op en langs de baan klopt alles, en de prachtige weerseffecten maken het nog eens extra leuk. Als 'game' laat Project Cars echter wat steekjes vallen. De speler wordt niet overdreven bij de hand genomen en in de carrièremodus slaat na een tijdje de verveling een beetje toe, wat mede komt door de vrij droge presentatie van het geheel. Echte autosport-cracks zullen daar verder niet om malen: zij kunnen zich helemaal verliezen in Project Cars als simulator, want daarin staat het spel zeker binnen het mainstream-segment voorlopig op eenzame hoogte.
Eindoordeel
Project Cars pc:
Project Cars PS4: