"Koop een iPhone voor je moeder". Apple-directeur Tim Cook kreeg bij de Code Conference vorig jaar de lachers op zijn hand toen een klant erover klaagde dat zijn moeder, voorzien van een Android-telefoon, niet op een makkelijke manier foto's naar hem kon versturen. De boodschap was duidelijk: als je zonder app als WhatsApp of Signal onderling foto's wil uitwisselen, kun je maar beter allebei in het Apple-ecosysteem zitten. Het was wel een gek statement voor het bedrijf dat zich ooit afficheerde met kreten als 'it just works', want het zou gewoon kunnen werken, ware het niet dat Apple het blokkeert.
En waarom? Apples eigen iMessage is een grote factor in het succes van iPhones in de Verenigde Staten. Waar wereldwijd het marktaandeel van iOS rond 17 procent is, is dat daar meer dan 50 procent. Een van de factoren is de berichtendienst. Daardoor is het onaantrekkelijk om Android-telefoons te kopen. In de VS is iMessage wat WhatsApp in Nederland is: families, vriendengroepen en sportverenigingen hebben groepsgesprekken via de dienst van Apple en als je geen iPhone hebt, zit je niet in die groepen.
Tot volgend jaar, want Apple heeft nu besloten om RCS Universal Profile te gaan ondersteunen. Dat komt niet uit de lucht vallen, hoewel Cook vorig jaar nog zei dat je beter een iPhone kunt kopen. De manier waarop Apple RCS gaat ondersteunen, laat bovendien zien dat Apple tactisch nadenkt over hoe het zijn marktaandeel kan inzetten om concurrentie tegen te werken, zelfs als het vanuit de filosofie van Apple beter zou zijn om RCS anders te implementeren.
Een kleine geschiedenis van RCS
Als RCS een persoon was, had die al bijna een rijbewijs mogen halen. Providers en fabrikanten begonnen met de ontwikkeling van Rich Communication Services in 2007. Dat was een andere tijd; de iPhone was net aangekondigd, Android was er nog niet en smartphones waren nog een kleine niche van de telefoonmarkt. Er was al 3G, maar dat heette UMTS en was niet heel populair. De meest luxe telefoon die je kon krijgen, was een Nokia N95. WhatsApp was er nog niet en berichten uitwisselen deed je via MSN, IRC en vooral desktop.
De gedachten die erachter lagen, waren voor die tijd best vooruitstrevend. RCS begon met drie doelen: betere contactenlijsten, zodat je je informatie bij contacten zelf kon gaan updaten, betere berichten dan sms, zodat je de geschiedenis van een gesprek kon zien en verbeteringen aan bellen, waardoor je foto's en video's met elkaar kon gaan delen tijdens het bellen. Onder meer Nokia, toen marktleider, en Samsung, toen ook al een grote naam, begonnen met het werk aan RCS als opvolger van sms en mms. De koepelorganisatie van providers, GSMA, begon in 2008 dat initiatief te ondersteunen.
Die doelen waren destijds heel logisch. Sms was heel groot, maar mms wilde niet doorbreken. De tijd van groepschats en de maatschappelijke impact van chatapps als WhatsApp lagen nog in de toekomst. De enige preview van de toekomst op mobiel was BlackBerry Messenger. Vooral zakenmensen en scholieren waren begonnen met 'pingen', waarbij ze onbeperkt zonder meerkosten berichten naar elkaar konden sturen. Iedereen betaalde sms destijds nog per stuk.
WhatsApp maakte sms binnen een paar jaar zo goed als overbodig.
Dat veranderde met de doorbraak van WhatsApp. Die app kwam in 2009 uit en werd in de jaren erna snel populair. Het maakte sms binnen een paar jaar zo goed als overbodig, in elk geval als communicatiemiddel tussen bekenden.
Providers wilden hun melkkoe behouden. Sms leverde veel geld op, maar WhatsApp deed dat niet. Er kwamen diverse ideeën op. KPN had kortstondig het plan voor een 'chatheffing' om geld te verdienen aan chatapps, maar trok dat plan later terug. Een ander plan was de inzet van RCS onder de naam Joyn. De eerste plannen daarvoor kwamen naar buiten via T-Mobile in Duitsland. De bedoeling was om het eerst gratis aan te bieden en later met een betaalmodel te komen. De gedachte was dat diensten als WhatsApp ook niet gratis zouden blijven. WhatsApp had het plan om een abonnement in te voeren voor 1 euro per jaar om te chatten, maar heeft dat nooit echt doorgezet.
De troefkaart die providers wilden inzetten, was dataverkeer via Joyn niet afhalen van de databundel. Dat bleek echter wettelijk niet makkelijk te liggen. Ook bleef het de vraag of consumenten wilden gaan betalen voor chatten, waarvan veel gebruikers inmiddels hadden ervaren dat het gratis kon. Daarnaast leek de dienst niet universeel te worden. Het voordeel van sms is dat het werkt naar elke telefoon bij elke provider wereldwijd. Met Joyn was dat niet zo makkelijk doordat veel providers helemaal niet zouden meedoen. Natuurlijk kan het via een app in de downloadwinkels, maar dan is een deel van de werking van sms weg en ervaren gebruikers dezelfde hobbel als bij elke andere chatapp; het staat niet standaard op je telefoon en dus werkt het niet out of the box.
Joyn kreeg weinig tractie. Vodafone probeerde het vervolgens met Message+, met dezelfde onderliggende technologie. Ideaal is dat niet, want werkt Joyn met Message+? En waarom wel of niet? Je roept meer vragen op dan je beantwoordt met die strategie.
Lekker uppen
Dat zagen providers zelf ook en dus kwam koepelorganisatie GSMA met Universal Profile for Advanced Messaging om er zo voor te zorgen dat providers met dezelfde basis gingen werken als sms. De bedoeling was dat de afkorting 'UP' zou worden, maar als je nog steeds aan het 'appen' bent in plaats van 'uppen', lijkt het erop dat er van die ambitie van zeven jaar geleden weinig terecht is gekomen.
UP is een uitbreiding van rcs-e. Die uitbreiding zit in een paar elementen. Ten eerste doen meer betrokken bedrijven mee en ten tweede kan UP technisch meer. Behalve chatten, videobellen en het meesturen van een onderwerp met een telefoongesprek werd het mogelijk om achteraf notities toe te voegen aan een telefoongesprek. Bedrijven kunnen hun klantenservice integreren met UP, waardoor gebruikers via natuurlijke taal met bedrijven kunnen communiceren. Bovendien krijgt UP ondersteuning voor stickers, een populaire functie in chatapps als Telegram, WeChat en Facebook Messenger. Er zijn plug-ins voor het delen van memes en daarnaast kunnen gebruikers vanaf hun telefoon live video delen met andere gebruikers. Naast chatten denkt de koepelorganisatie aan integratie met smarthometoepassingen, zoals een met internet verbonden deurbel die automatisch beeld van degene die aanbelt, doorstuurt naar de telefoon van de huiseigenaar. En uiteraard kan UP chatbots ondersteunen, waardoor gebruikers moeten kunnen babbelen met digitale assistenten zonder dat ze ertegen hoeven te praten.
Er is nog altijd een fundamenteel technisch verschil tussen UP en sms. Waar sms en mms verlopen via een apart kanaal op het mobiele netwerk, geldt dat voor rcs-e niet. Er wordt alleen een apart signaal gebruikt om contacten te matchen met die van andere providers, maar voor het overige gaat het om een protocol dat verloopt via de gewone internetverbinding.
UP heeft één groot nadeel; het heeft geen end-to-endversleuteling.
UP heeft één groot nadeel ten opzichte van concurrenten als WhatsApp, Signal én iMessage; het heeft geen end-to-endversleuteling. Dat zit simpelweg niet in de standaard. Daaraan voel je dat het inmiddels een oude standaard is, want als je nu een standaard zou maken, zou dat een van de eerste functies zijn die je toevoegt. Nu is RCS wel uit te breiden en dat is precies wat Google heeft gedaan. Als je vanaf Google Berichten chat met iemand die ook Google Berichten gebruikt, kan dat end to end versleuteld zijn, maar niet in groepsgesprekken.
Hoewel Google Berichten als standaardapp op veel telefoons staat, geldt dat niet voor alle telefoons. Bovendien werkt het niet tussen verschillende clients. Het is, kortom, een beperkte implementatie van versleuteling. Google gebruikt het protocol van Signal, net als WhatsApp doet. De versleuteling zelf is wel in orde dus.
Hoe Apple RCS vermoedelijk gaat implementeren
Apple gaat dus volgend jaar RCS toevoegen aan iOS. De exacte implementatie is dat Apple ondersteuning gaat bieden voor de nieuwste versie van Universal Profile. Dat is opvallend, omdat het op het gebied van privacy een stap terug is ten opzichte van iMessage; er zit dus wel encryptie in, maar niet end to end.
Het gaat om versie 2.4 van RCS UP, waarvan de vereisten in dit document staan. RCS maakt dus gebruik van TLS en IPsec voor encryptie, maar verder niets. Er is ondersteuning voor groepschats, versturen van foto's en video's, bellen via audio of videobellen en voicememo's. Wel zitten er beperkingen in die arbitrair lijken. Bestanden versturen kan tot maximaal 100MB en voicememo's mogen maximaal tien minuten duren. Versie 2.4 van UP is van oktober 2019 en Apple zegt dat het met de GSMA in overleg gaat over een nieuwe versie van de standaard die end-to-endencryptie zal ondersteunen. Een eigen extensie zoals Google heeft gedaan, ligt niet voor de hand, omdat Apple daarmee alleen encryptie kan ondersteunen op iPhones, maar dat is ook al zo via iMessage.
Als Apple een standaard wil, dan heeft het daarin wel veel te zeggen. In de mobiele markt was het Apple dat de nanosimkaart ontwierp en ervoor heeft gezorgd dat het een standaard is geworden. Ook USB-C komt uit de stal van Apple, ook al heeft het bedrijf jarenlang Lightning gebruikt voor zijn iPhones. Daarnaast is Qi 2.0 gebaseerd op MagSafe van Apple. Qi 2.0 gebruikt magneten voor de koppeling tussen draadloze lader en apparaat, op precies dezelfde manier als Apple dat doet. In de interface lijkt RCS in elk geval niet dezelfde blauwe kleur te krijgen als iMessage. Hoe Apple dan het verschil gaat aanduiden tussen sms en RCS, is nog niet bekend. De kleur van RCS-berichten wordt vooralsnog groen, zegt het bedrijf. Sms-berichten zijn nu ook groen.
Dat Apple nu al begint met de implementatie van RCS, voordat encryptie in de standaard zit, is opvallend. Dat duidt erop dat Apple nu, meer dan zeven jaar na het verschijnen van UP 1.0 en meer dan twaalf jaar na iMessage, ineens haast heeft met het implementeren van RCS. Maar waarom?
Waarom Apple ineens RCS wil ondersteunen
Die haast komt vermoedelijk voort uit de Digital Markets Act, de wetgeving die gaat over het opbreken van monopolieposities op digitale platforms. Die Europese wetgeving gaat vanaf maart volgend jaar in en een van de regels is dat chatplatforms interoperabel moeten zijn. Apple heeft geen interoperabel chatplatform, want iMessage is gesloten. Op dit moment heeft de Europese Commissie iMessage nog niet aangewezen als chatplatform dat moet vallen onder de DMA. De enige chatdiensten die daar nu onder vallen, zijn WhatsApp en Facebook Messenger, beide van Meta. Apple heeft wel diverse andere diensten die gelden als poortwachter, zoals iOS en de App Store.
De Commissie heeft iMessage in eerste instantie niet aangewezen als poortwachter op het gebied van Number-Independent Interpersonal Communication Services, oftewel N-IICS. De Europese Commissie onderzoekt dat wel en veel providers en Google willen dat iMessage eronder gaat vallen.
Met RCS-ondersteuning lijkt Apple zichzelf een troefkaart te willen geven bij onderhandelingen over de implementatie van de regels. Immers, iMessage blijft even gesloten als het was, maar je kunt wel groepschats hebben met mensen via de standaard-Berichten-app in iOS. Apple zal betogen dat het in principe een gelijkwaardige behandeling is. Immers, Google en de providers betogen dat bijvoorbeeld ondernemers vanuit de Berichten-app nu alleen naar sommige klanten foto's in hoge kwaliteit kunnen sturen, maar het wordt dankzij deze stap mogelijk naar alle klanten.
Of de Europese Commissie dat genoeg vindt, zal moeten blijken, maar er zijn goede redenen om aan te nemen dat het niet zo is. Wie deze maatregel van Apple vergelijkt met de vereisten die in de DMA staan, ziet een paar bezwaren opdoemen. De eerste is een definitiekwestie; iMessage is de dienst die poortwachter zou zijn, niet de Berichten-app. Omdat iMessage met deze stap niet interoperabel wordt, ligt het niet voor de hand dat de Commissie hiermee akkoord zal gaan als manier om aan deze stap te voldoen. Ten tweede voldoet RCS niet aan de vereisten. De DMA schrijft voor: "Het veiligheidsniveau, met in voorkomend geval eind-tot-eindversleuteling, dat de poortwachter zijn eindgebruikers biedt, is hetzelfde voor alle interoperabele diensten." Dat is niet het geval, want RCS is niet end to end versleuteld, waar iMessage dat wel is. Het openstellen van iMessage zou vermoedelijk wel die versleuteling mogelijk maken naar bijvoorbeeld Android-smartphones.
Tot slot
De ondersteuning van RCS door Apple lijkt onderdeel van een politiek schaakspel, maar is in feite voor ons als gebruikers in Nederland en België niet zo interessant. Het hele verschijnsel van 'groene bubbels' en 'blauwe bubbels' is een Amerikaans feestje, omdat vrijwel iedereen WhatsApp of een andere chatapp op de telefoon heeft staan om te kunnen praten met iedereen.
Ook WhatsApp zal aan de DMA moeten voldoen, maar daarvoor zijn zulke rare paardensprongen niet nodig. Apple denkt een paar zetten vooruit met de ondersteuning van RCS, maar het is nog maar de vraag of dit op lange termijn zin zal hebben. Het is in elk geval goed om keuze te hebben en om RCS te ondersteunen, maar als Apple iMessage niet opengooit en geen encryptie kan toepassen op berichten naar Android-telefoons, lijkt het niet te voldoen aan de DMA-regels. Wel blijft het de vraag of iMessage in Europa genoeg gebruikers heeft om onder de DMA te vallen. Dat is voor nu de eerste vraag, maar als het zo is, komt Apple er door deze zet niet onderuit iMessage écht te moeten openen. De DMA lijkt techbedrijven die hun platforms gesloten willen houden, toch echt schaakmat te zetten.