De vloot Google-ballonnen die voor internettoegang in afgelegen gebieden moet zorgen, is volgend jaar groot genoeg om het zuidelijk halfrond te bedienen. Google spreekt van een 'semi-permanente ring' van ballonnen voor het halfrond, die zou bewijzen dat het idee werkt.
Google onthulde Project Loon meer dan een jaar geleden. Het idee is dat met een vloot ballonnen in de stratosfeer, op 20 kilometer hoogte, internetsnelheid aan afgelegen gebieden geboden kan worden, vergelijkbaar met die van mobiele 3g-netwerken. De snelheid zou volgens Google liggen op 22Mbit/s naar vaste antennes en 5Mbit/s naar mobiele toestellen. Het bedrijf maakt gebruik van met name de 2,4GHz- en 5,8GHz-frequentiebanden van de ism-band.
Het project ligt nu op schema om te demonstreren dat de ballonnen een praktische manier zijn om internettoegang naar miljarden mensen te brengen die nu nog niet of nauwelijks toegang tot draadloos internet hebben. Dat zei Astro Teller, hoofd van het Google X Lab, dat Project Loon in gang zette tijdens MIT Technology Reviews EmTech conference in Cambridge.
Over een jaar moet de ring van ballonnen het zuidelijk halfrond omvatten om internet naar mobiele telefoons te brengen. Google heeft ze getest in de VS, Nieuw-Zeeland en Brazilië en de ballonnen hebben samen inmiddels meer dan twee miljoen kilometer afgelegd, vertelde Teller. De ballonnen betrekken energie via zonnepanelen die 100W kunnen leveren voor de elektronica en de accu. De ballonnen zouden 100 dagen in de lucht kunnen blijven.
Google weet nog niet hoe het geld gaat verdienen met het project. "Als we een manier vinden om internet naar vijf miljard mensen te krijgen, dan is dat van grote waarde", vindt Teller echter. Google test tegelijk het gebruik van drones en satellieten om internet naar ontwikkelingslanden en afgelegen gebieden te brengen. Ook Facebook experimenteert met drones.