Minister Plasterk is niet van plan om openbaar te maken hoe vaak de inlichtingendiensten taps plaatsen, hoewel de Tweede Kamer, een waakhond die de inlichtingendiensten in de gaten houdt en een onderzoekscommissie dat wel wilden.
De stichting Bits of Freedom vroeg minister Plasterk van Binnenlandse Zaken, die de AIVD onder zijn hoede heeft, om de statistieken over geplaatste internet- en telefoontaps te openbaren, maar de minister weigert dat. De informatie is vertrouwelijk en wordt alleen achter gesloten deuren met de Tweede Kamer gedeeld, schrijft Plasterk in een brief aan de burgerrechtenorganisatie.
De Tweede Kamer wil wel graag dat de tapstatistieken openbaar worden gemaakt, evenals de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Die organisatie schreef dat het openbaren van tapstatistieken waarschijnlijk niet leidt tot schade voor de nationale veiligheid. Ook de commissie-Dessens, die door het kabinet werd ingesteld en moest kijken of de wet op de inlichtingendiensten moet worden gewijzigd, raadde het kabinet aan om met meer statistieken over de diensten te komen, omdat die ervoor zorgen dat het vertrouwen in de geheime dienst toeneemt. Plasterk legt dat terzijde.
Overigens heeft het kabinet in het verleden één keer openheid van zaken over geplaatste taps gegeven, nadat de Tweede Kamer daar in een motie om vroeg. In 2009 werden door de AIVD 1078 taps geplaatst, en door de MIVD 53. Het aantal taps op telefoons en internetverbindingen door politie en justitie is wel openbaar; daaruit blijkt dat Nederland in vergelijking met andere landen relatief veel aftapt.
Op dit moment buigt het kabinet zich over de vraag of de bevoegdheden voor de inlichtingendiensten moeten worden uitgebreid. De commissie-Dessens raadt het kabinet aan om ook het ongericht aftappen van vaste internetverbindingen toe te staan; op dit moment mag dat enkel met communicatie in de ether. Wel mogen de diensten gerichte taps plaatsen. Het kabinet wilde daar vorige week nog geen oordeel over vellen.