De surveillanceprogramma's van de NSA, waaronder het Prism-programma, hebben meerdere 'terroristische activiteiten' in Europa voorkomen. Dat claimde het hoofd van de inlichtingendienst, Keith Alexander, tijdens een toespraak op de beveiligingsconferentie Black Hat in Las Vegas.
Volgens het hoofd van de inlichtingendienst heeft surveillance van de Amerikaanse inlichtingen- en veiligheidsdiensten in totaal 54 'terroristische activiteiten' wereldwijd voorkomen, en werden surveillanceprogramma's van de NSA in 53 van die gevallen gebruikt. In de helft van de gevallen kwam de eerste tip zelfs via die programma's, claimde Alexander. Het omstreden Prism-programma, dat begin vorige maand aan het licht kwam, maakt daar onderdeel van uit; de verzameling programma's heeft geen eenduidige naam.
Tijdens de beladen toespraak op Black Hat, waarbij meerdere keren geroep vanuit de zaal klonk, gaf Alexander geen voorbeelden van aanslagen in Europa die daardoor zouden zijn voorkomen. Wel noemde hij het voorbeeld van een aanslag in New York die dankzij de surveillance van de NSA zou zijn voorkomen. Daarbij wilden twee mannen in 2009 een aanslag plegen op de metro in New York. "Dat zou de grootste aanslag op Amerikaans grondgebied sinds 11 september zijn geweest", stelde Alexander.
Volgens Alexander hielp de surveillance om de FBI samen met de NSA de plegers van de aanslagen op tijd op te pakken. "Snelheid was erg belangrijk in dit geval", aldus Alexander. "We onderschepten de communicatie rond zes september, terwijl ze de aanslagen rond 14 september wilde plegen." Een van de terroristen in spe werd opgepakt toen hij al onderweg was naar New York om de aanslag te plegen, benadrukte Alexander.
Het NSA-hoofd benadrukte in zijn toespraak dat er toezicht is op de programma's, waarbij de NSA toegang kan krijgen tot gegevens van buitenlanders die op servers van Amerikaanse technologiebedrijven zijn opgeslagen. "Ik denk dat we een voorbeeld zijn voor andere landen, als je kijkt naar het toezicht", aldus Alexander. Volgens hem houden zowel de rechtbank, het Amerikaanse Congres als de regering een oogje in het zeil. Bovendien is een gerechtelijk bevel nodig om gegevens te verzamelen, benadrukte Alexander. De rechtbank die die bevelen uitgeeft, is volgens hem geen stempelmachine, zoals door critici wordt beweerd.
Bovendien ontkende Alexander dat internetbedrijven de NSA alle gegevens doorsluizen, zoals klokkenluider Edward Snowden, die het Prism-programma aan het licht bracht, claimde. "Je wil niet alles verzamelen, dat kun je je niet veroorloven", aldus Alexander. "Dat maakt het werk voor inlichtingendiensten alleen maar moeilijker."
De uitspraken van Alexander komen op de dag dat een ander surveillanceprogramma van de inlichtingendienst door de Britse krant The Guardian naar buiten is gebracht. Klokkenluider Edward Snowden claimt volgens die krant dat dat programma, met de naam X-KeyScore, de NSA zonder gerechtelijk bevel liet zoeken in chatgesprekken, e-mails en de browsegeschiedenis van gebruikers. Alexander ging niet in op die nieuwe aantijgingen.
Wel zei Alexander de media-aandacht voor de surveillanceprogramma's te betreuren. "Deze programma's zijn niet geheim omdat jullie kwade bedoelingen hebben", aldus Alexander, "maar omdat mensen die zich tussen jullie mengen kwade bedoelingen hebben." De schade die de onthullingen hebben toegebracht aan de Amerikaanse veiligheid, zijn volgens hem 'significant en onomkeerbaar'.