Het Nederlandse leger zet jaarlijks gemiddeld vijf drones in voor civiele doeleinden. Daarbij gaat het vrijwel altijd om politie- en brandweerondersteuning. De vluchten worden uitgevoerd met de onbemande vliegtuigjes uit de Raven-serie.
Dat meldt Rejo Zenger, werkzaam bij de burgerrechtenbeweging Bits of Freedom, op zijn weblog. Zenger had bij het ministerie van Defensie verzocht om meer informatie over het gebruik van drones voor niet-militaire doeleinden. Aanleiding was een artikel waarin werd gesproken over de inzet van drones voor bijvoorbeeld het houden van toezicht tijdens evenementen. Daarvoor wordt de Raven gebruikt, een onbemand vliegtuigje dat gebruikt wordt door twee defensieonderdelen.
Uit een overzicht van het ministerie van Defensie blijkt dat de Raven sinds 2009 bij niet-militaire doeleinden wordt ingezet door met name de politie. Ook de brandweer heeft om dronevluchten gevraagd, onder andere bij de bestrijding van een grote heidebrand. Gemiddeld worden de onbemande vliegtuigjes per jaar vier tot vijf keer voor civiele doeleinden ingezet. De kosten kunnen per operatie oplopen tot meer dan 34.000 euro.
Volgens Defensie worden drones voor civiele doeleinden ingezet als een bepaalde overheidsorganisatie niet over de middelen beschikt die nodig zijn wanneer 'openbare belangen' in het geding zijn. Als voorbeeld worden dijkinspecties genoemd. Ook kan een drone in de lucht worden gebracht bij grote rampen of zware ongelukken. Tenslotte kan de politie een beroep doen op de mogelijkheden van de Raven-drones, waarbij de betreffende militairen vallen onder de Nederlandse Politiewet. Verder wordt meestal op ministerieel niveau al dan niet toestemming gegeven voor civiele drone-inzet.