Bedrijven en overheden die verkeerd met persoonsgegevens omgaan, moeten makkelijker aansprakelijk gesteld kunnen worden voor materiële en immateriële schade die consumenten hierdoor lijden, stelt de Consumentenbond.
De consumentenorganisatie luidde vrijdag de start in van de campagne 'Wie ben ik?', die de consument bewust moet maken van zijn privacy. Bij de presentatie pleitte Felix Cohen, directeur bij de Consumentenbond, ervoor dat bedrijven en organisaties risicoaansprakelijk moeten worden voor het juiste gebruik en de bescherming van persoonsgegevens van consumenten.
"Ondernemingen en overheden zouden zich bij claims niet meer moeten verschuilen achter smoezen en onmacht. Veel organisaties vragen tegenwoordig immers heel wat persoonsgegevens. Dat maakt hen verantwoordelijk voor de bescherming ervan", licht Marcel van Beusekom, woordvoerder van de Consumentenbond toe. Als voorbeeld noemt hij de zogenaamde 'slimme' energiemeters: "Als uit die gegevens bijvoorbeeld valt te distilleren wanneer welk gezin op vakantie gaat, en die informatie lekt uit, dan zouden huishoudens een claim bij het verantwoordelijke bedrijf moeten kunnen indienen als er daardoor bij hen ingebroken wordt." Nu zou het verhalen van schade moeilijk zijn, omdat de burger aan moet tonen dat de organisatie schuldig is aan het verlies.
Verder heeft de bond tien privacyrechten voor de consument opgesteld, die betrekking hebben op anonimiteit, zeggenschap, informatie, gericht gebruik, toestemming, risicoaansprakelijkheid, kwaliteit, geschilbeslechting, educatie en tot slot toezicht en handhaving. De komende maanden gaat de organisatie verschillende actuele privacy-dossiers toetsen aan die rechten. Als eerste is het elektronisch patiëntendossier aan de beurt, eind mei gevolgd door de ov-chipkaart. Daarna volgen nog identiteitsfraude, sociale netwerksites, zoekmachines en rfid. De bond zal de resultaten van die toetsing in de publiciteit brengen, en verder zal de consumentenbelangenbehartiger zo mogelijk om de tafel gaan zitten met de partijen waarop het onderzoek betrekking heeft wanneer daar aanleiding toe mocht zijn. Volgens Van Beusekom begeeft de bond zich hiermee niet op het terrein van het CBP: "Dat is een toezichthouder, wij zijn een belangenbehartiger die de discussie op gang kan brengen."
