Minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken heeft aan de Tweede Kamer gemeld dat er geen actie zal worden ondernomen tegen NXP, de maker van de Mifare-chip van de ov-chipkaart. Dit zou juridisch niet haalbaar zijn.
De chip bleek sinds begin dit jaar een reeks kwetsbaarheden te huisvesten. Zo slaagden Duitse hackers erin de encryptie ervan te kraken, en bleek niet veel later een Radboud-student gratis met een gekloonde kaart te kunnen reizen. Bovendien werd vervolgens duidelijk dat de ov-chipkaart met relatief goedkope middelen kon worden gekraakt. Na uitgebreid onderzoek werd het kabinet aangeraden de chip te vervangen, wat Huizinga, de verantwoordelijke staatssecretaris, overigens bijna de kop kostte. De geplande invoer - op 1 januari aanstaande - werd in ieder geval opgeschort, en over een alternatieve chip moet nog een besluit worden genomen. Minister ter Horst heeft maandag in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat fabrikant NXP niet aansprakelijk zal worden gesteld voor de geleden schade. De reden die zij geeft is dat het bedrijf slechts een schakel is in een reeks toeleveranciers die samen zorg dragen voor de levering van de systemen voor de ov-chipkaart, en dat bovendien niet lijkt te kunnen worden voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van het artikel over produktaansprakelijkheid uit het Burgerlijk Wetboek.
De bewindsvrouw geeft niet de exacte grond aan waarom het ministerie meent dat juridische actie slechts een geringe kans van slagen heeft, maar verwijst wel naar voorwaarden zoals genoemd in artikel 186. Daarin staat dat produktgebreken moeten worden beschouwd in het licht van 'het redelijkerwijs te verwachten gebruik van het produkt', en dat een produkt niet als gebrekkig mag worden beschouwd 'uitsluitend omdat nadien een beter produkt in het verkeer is gebracht.'