Amsterdam heeft toestemming gevraagd om vanaf 25 juni enkel nog de ov-chipkaart toe te staan als vervoersbewijs in de metro. De gemeente acht dat moment geschikt, omdat de kaart dan ook in het streekvervoer rondom de stad is ingevoerd.
Het verzoek om toestemming werd maandag ingediend bij staatssecretaris Huizinga van Verkeer door Stadsregio Amsterdam, een samenwerkingsverband van Amsterdam en vijftien omliggende gemeenten. Formeel gaat het om een ontheffing voor de plicht om de strippenkaart als vervoersbewijs te accepteren. Eigelijk wilde Amsterdam de ov-chippoortjes al in april dichtdoen, maar het was nog niet duidelijk wanneer de chipkaart in streekbussen in de regio rondom de hoofdstad zou kunnen worden gebruikt.
Zaterdag werd de ov-chipkaart ingevoerd in de Connexxion-bussen in de Zaanstreek, in de busdiensten van die maatschappij in de Bollenstreek, de Rijstreek en Leiden gebeurt dit in mei, op een niet nader gespecificeerde dag. De Arriva-bussen in Waterland zouden begin juni volgen. In januari 2010 wil Huizinga dat de kaart bij alle vervoersbedrijven is te gebruiken. Wanneer het gebruik vervolgens wordt verplicht is nog niet duidelijk.
In de Amsterdamse trams en bussen kan al sinds oktober met het vervoersbewijs worden gereisd, en in de metro zelfs al sinds najaar 2006. De reden om de strippenkaart uit de metro te weren is goeddeels financieel: met het hanteren van twee betaalsystemen verspilt het Amsterdamse vervoersbedrijf GVB naar eigen zeggen maandelijks 800.000 euro. Vanaf januari is de ov-chipkaart al verplicht in de metro van Rotterdam. Kort na de invoering slaagden reporters er evenwel in om dagenlang met een gekraakte kaart te reizen. Een beter beveiligde chip werd in oktober door fabrikant NXP aangekondigd.