Op voordracht van het Amerikaanse ministerie van justitie is een wetsvoorstel bij het parlement ingediend volgens welke een poging tot inbreuk van intellectueel eigendom net zo zwaar wordt bestraft als een daadwerkelijke schending.
Daarnaast wordt voorgesteld om samenzweringen met het doel om inbreuk te plegen op intellectueel eigendom expliciet strafbaar te stellen, waarbij alle beramers voor dezelfde straf in aanmerking komen zodra een van hen een actie uitvoert om de schending te bewerkstelligen. De rest van het voorstel bestaat hoofdzakelijk uit het verdubbelen van de straffen voor verschillende delicten met betrekking tot intellectuele-eigendomsschending. Zo zou de maximumstraf op het maken en verspreiden van clandestiene live-opnames - ook wel bekend als 'bootlegs' - bijvoorbeeld verhoogd moeten worden van vijf naar tien jaar. Op het 'opnemen van films door onbevoegden' zou maximaal twintig jaar moeten komen te staan in plaats van tien. Het voorstel schrijft tevens voor dat Amerikaanse aanklagers kantoor moeten gaan houden in Hong Kong en Boedapest, om de internationale regelgeving op het gebied van intellectueel eigendom te helpen handhaven.
Er moet wel worden opgemerkt dat, indien het wetsvoorstel wordt aangenomen, het niet waarschijnlijk is dat p2p-gebruikers makkelijker strafrechtelijk kunnen worden aangeklaagd. Er wordt namelijk niet enkel als voorwaarde gesteld dat de totale waarde van het schendende materiaal minimaal duizend dollar moet zijn, maar er wordt ook verlangd dat de inbreuk wordt gepleegd om commercieel voordeel te verkrijgen of de eigen financiën te spekken. Filesharers gaan getuige Amerikaanse rechtszaken weliswaar geregeld door de eerste barrière heen; de tweede zal doorgaans lastiger te bewijzen zijn. Niettemin heeft de Electronic Frontier Foundation bezwaar tegen het voorstel aangetekend, omdat het vreest dat schadeclaims tegen consumenten de pan uit gaan rijzen. Volgens het voorstel mag een rechter namelijk voor iedere gedeelde track een schadevergoeding toewijzen, ook als het muzieklabel ze enkel als onderdeel van een album heeft geregistreerd. De organisatie vindt dit extra zuur omdat muziekmaatschappijen juist geneigd zijn om hele albums te deponeren omdat het afzonderlijk registreren van de tracks niet hen, maar de uitvoerende artiest meer geld op zou leveren.