Asus heeft bekendgemaakt dat het in mei gaat beginnen met het leveren van PhysX-kaarten. Het PCI-insteekbord heeft 256MB GDDR3-geheugen en een PPU van Ageia aan boord die in spellen voor realistischere omgevingen moet zorgen. Er zouden inmiddels al honderd titels van zestig verschillende ontwikkelaars in de maak zijn die gebruik kunnen maken van de natuurkundekaart; onder andere UbiSoft, Epic en Sega worden bij naam genoemd. De kaarten zullen in ieder geval verschijnen in Dells Renegade XPS 600. Ook Alienware heeft aangekondigd het product aan te gaan bieden, maar na hun overname door Dell staat het aantal bekende aanbieders weer op één. Nu de software-ondersteuning redelijk goed op gang lijkt te komen is het grootste gevaar voor Ageia de concurrentie van Havok. De twee bedrijven bestreden elkaar van oudsher al op het gebied van softwarematige natuurkunde, dus toen Ageia zijn PPU aankondigde kon Havok 'natuurlijk' niet achterblijven. In plaats van zelf een chip te ontwikkelen sloeg het bedrijf de handen ineen met nVidia en ATi om de GPU te gaan gebruiken. Het eerste resultaat daarvan werd pas geleden getoond.
De jury is er nog niet helemaal over uit welke van de twee aanpakken nou beter is: Havok voegt feitelijk geen extra rekenkracht toe aan het systeem, maar zorgt wel voor een betere taakverdeling tussen CPU en GPU. Dat kan de prestaties verbeteren, maar als de balans te ver doorschuift zou het ook averechts kunnen werken. Hoe gevoelig de engine van Havok is zal in de praktijk nog moeten blijken. Ageia aan de andere kant voegt wel degelijk een aantal gigaflops toe, maar zou daarbij weer beperkt kunnen worden door communicatie via de trage PCI-bus. Bovendien moet er ongeveer 250 dollar worden neergeteld voor een PhysX-kaart, wat de drempel om er mee te beginnen veel hoger maakt. ATi en nVidia zullen er ook geen probleem mee hebben om klanten een tweede videokaart te leveren voor physics, maar die kan naar wens tenminste ook nog gebruikt worden voor het normale pixelwerk.

The Inquirer heeft recent een verhaal geschreven over het verschil in aanpak tussen Ageia en Havok, en concludeert dat de effecten die een physics engine kan versnellen eigenlijk in twee categorieën opgedeeld zouden moeten worden: enerzijds de puur visuele zaken (rook, water, brokstukken, explosies, enzovoorts), die beter thuis zouden zijn op een GPU, en anderzijds de 'diehard' natuurkunde die echt van invloed is op de loop van het spel (zoals bijvoorbeeld zwaartekracht en botsingen), die beter op een PPU zouden lopen. Een andere factor die een rol speelt in de strijd tussen Havok en Ageia is geld: Havok mag voor de consument dan wel gratis zijn, maar ontwikkelaars moeten er ongeveer 250.000 dollar per spel voor betalen. Ondertussen geeft Ageia de PhysX-software (die zonder PPU vrolijk op de CPU kan draaien, zij het niet zo snel) gratis weg.