Een wel erg drastisch voorstel om de censuur van pornografisch materiaal mogelijk te maken komt van lobbyist Ralph Yarro: verbied aanbieders van porno om nog langer gebruik te maken van poort 80. De groep activisten waar hij deel van uitmaakt en die zich 'CP80' noemt, denkt dat ouders op deze manier eenvoudig hun kinderen tegen ongewenste content kunnen beschermen, zonder dat de vrijheid van meningsuiting van pornoproductenten in het geding komt. Van oudsher wordt het leeuwendeel van het http-verkeer, dus vrijwel alle webpagina's, door webservers op deze specifieke poort aangeboden. Hoewel de meeste moderne browsers prima verkeer via andere poorten kunnen afhandelen om bijvoorbeeld met https/ssl- of ftp-verkeer overweg te kunnen, heeft het plan uiteraard nogal wat voeten in de aarde. Veel software is gebouwd onder de aanname dat content op poort 80 wordt aangeboden, maar hoewel het in theorie makkelijker zou zijn om porno onder te brengen onder het speciaal voor dit doel ontwikkelde tld 'xxx', zeggen critici dat zo'n speciaal tld meer reclame dan beperking is, en porno juist vindbaarder maakt. Daar staat uiteraard tegenover dat wanneer het .xxx-tld niet geblokkeerd wordt, het ook niet verwacht moet worden dat verkeer via alternatieve poorten actief tegengewerkt zal worden.
Yarro, die eerder na een serie rechtszaken uit de Canopy Group gezet werd, is met Canopy eerder betrokken geweest bij de onnavolgbare aanval van SCO op open-sourcesoftware. Toch vindt hij bijval, bijvoorbeeld bij de uit Utah afkomstige republikeinse senator Orrin Hatch, die 'creatieve en innovatieve oplossingen' voor 'deze bedreiging van de volksgezondheid' zoekt, en die meent dat CP80 een leidende rol in het ontwikkelen van zulke oplossingen vervult. Hatch was overigens een van de auteurs van de zogenaamde 'INDUCE'-wetgeving, volgens Ars Technica een 'krankzinnig stuk van onnatuurlijke en fundamenteel foute wetgeving', dat geleid zou hebben tot het criminaliseren van videorecorders en iPods.
Het op deze wijze marginaliseren van porno zou dankzij de technische repercussies zomaar kunnen werken: een webadres onthouden is voor veel mensen al lastig genoeg, een dubbele punt met een alternatief poortnummer zou de sites flink in de portemonnee kunnen raken. Dat is onwenselijk, betoogt bijvoorbeeld Wendy McElroy in haar boek 'XXX: A Woman's Right to Pornography'. Zij schrijft dat het dwarszitten van online porno juist gevaarlijk is voor vrouwen, omdat potentiële verkrachters op het internet een uitlaatklep vinden die hen van real life wandaden afhoudt. Dit fenomeen werd beschreven in een niet onomstreden studie van Thelma McCormack, die beweerde dat stoute sites een 'reinigende werking' hebben, waardoor het aantal verkrachtingen sinds de doorbraak van het internet fors zou zijn teruggelopen. Er lijkt in de Verenigde Staten inderdaad een verband te bestaan tussen de opkomst van het internet en een zekere afname van het aantal zedendelicten, maar studies die hiertussen een oorzakelijk verband bewijzen, ontbreken vooralsnog.