Zoals verwacht heeft Intel vandaag zijn dual-core Xeon MP aangekondigd. De 'Paxville' komt in eerste instantie in twee smaken op de markt: modelnummer 7020 klokt op 2,67GHz en de 7040 doet zijn werk op 3,0GHz. Beide hebben twee keer 2MB L2-cache en werken op het bestaande Truland-platform met dubbele 667MHz FSB, alsook op de X3 'Hurricane'-chipset van IBM. De kosten zijn respectievelijk 1177 en 3157 dollar, wat ze goedkoper maakt dan de duurste single-core Xeon MP-versies. Chips binnen de nieuwe 7000-serie zijn bovendien de eerste van Intel waarin de virtualisatietechnologie Vanderpool zit ingebouwd. De nieuwe Xeon zal software als Vmware dus hardwarematig kunnen versnellen. Naar verluid zal deze feature binnen een paar weken ook in desktops komen, en vanaf begin volgend jaar in notebooks en Xeon DP-servers terug te vinden zijn.
Het gespecificeerde stroomverbruik van de nieuwe Xeon is verbluffend hoog: Intel specificeert zelfs voor de goedkope 2,67GHz-versie een TDP van 165 watt, en een maximum van maar liefst 173 watt. Aangezien de qua opbouw identieke Pentium D 'Smithfield' met een TDP van 'slechts' 130 watt de 3,2GHz haalt lijkt het niet erg waarschijnlijk dat deze waardes ook echt in de praktijk verstookt worden, maar in het ontwerp van de servers zal er toch rekening mee moeten worden gehouden om aan de richtlijnen te voldoen, en klaar te zijn voor eventuele toekomstige modellen in de serie die wel richting deze grens geduwd kunnen worden.
Klok | L2-cache | FSB | Prijs | |
---|---|---|---|---|
Xeon MP 7041 * | 3,0GHz | 2x 2MB | 800MHz | $3157 |
Xeon MP 7040 | 3,0GHz | 2x 2MB | 667MHz | $3157 |
Xeon MP 7030 * | 2,8GHz | 2x 1MB | 800MHz | $1980 |
Xeon MP 7020 | 2,67GHz | 2x 1MB | 667MHz | $1177 |
IBM vierde de introductie van de nieuwe Xeon MP door een nieuw benchmarkrecord in de bekende databasetest TPC-C neer te zetten. Een xSeries 366 met vier dual-coreprocessors scoorde 221,017 transacties per minuut, 46% meer dan het beste single-core Xeon-resultaat en tevens een nieuw wereldrecord voor 4-weg servers. De prijs/prestatie verhouding ging wel achteruit; omdat het dual-coresysteem twee keer zo duur is als het single-coresysteem gingen de kosten per transactie per minuut van 6 dollar naar 8,26 dollar. Het overgrote deel van dit prijsverschil wordt overigens niet door de processors veroorzaakt, maar door het feit dat het dual-coresysteem een veel dikker opslagsysteem had, met ruim twee keer zo veel harde schijven. In hoeverre deze investering de prestaties beïnvloed is niet duidelijk, maar de winst van 46% kan in ieder geval niet klakkeloos aan de processors worden toegeschreven.

De toekomst voor de Xeon MP ziet er als volgt uit: In januari volgend jaar zal Paxville en het bijbehorende platform nog een upgrade krijgen naar een dubbele 800MHz FSB. Intel schat dat deze overgang nog ongeveer 10% betere prestaties op zal leveren. In de tweede helft van het jaar komt vervolgens de 65nm Tulsa uit, met maar liefst 16MB cache aan boord. Dit zal waarschijnlijk de laatste op Pentium 4 gebaseerde processor zijn die Intel ooit uitbrengt. In 2007 zal namelijk de nieuwe architectuur zijn entree maken in zware x86-servers onder de codenaam Tigerton. Deze quad-core Xeon wordt op het Caneland-platform gezet waarin ieder socket zijn eigen FSB heeft. De 65nm Tigerton zal in 2008 worden opgevolgd door de 45nm Dunnington.