Intel heeft dit weekend een demonstratie gegeven van Tigerton, de eerste quadcore Xeon MP. Een server met zestien cores verdeeld over vier processors renderde een 3d-model waar één core meer dan een minuut voor nodig had in slechts 3,8 seconden. Om het grote aantal cores te voeden werd een nieuwe chipset gebruikt met de codenaam Clarksboro. Deze heeft vier onafhankelijk werkende bussen op 1066MHz, goed voor 34,6GB/s aan bandbreedte. Ter vergelijking: de huidige Xeon MP-chipset heeft een dubbele 800MHz-bus en kan in totaal dus slechts 12,8GB/s leveren. Om de effectiviteit van de vier bussen verder te verbeteren heeft de chipset 64MB aan snoop filter cache gekregen. Daarin wordt bijgehouden welke processor met welke stukken data bezig is, zodat er geen onnodige communicatie plaatsvindt als de cores hun caches willen synchroniseren.
Als het nieuwe platform in het derde kwartaal van volgend jaar geïntroduceerd wordt, neemt de bandbreedte per core voor de Xeon MP met 35 procent toe, ondanks de verdubbeling van het aantal cores per server. Bij AMD daarentegen zal de verhouding tussen bandbreedte en rekenkracht verslechteren tijdens de stap van twee naar vier cores. Dit feitje verdient echter behoorlijk wat relativering: de gecombineerde bandbreedte van vier (quadcore) Opterons ligt op minstens 42,4GB/s, een dikke twintig procent boven Clarksboro/Tigerton. Als men de overstap naar DDR2-800 maakt loopt het verschil verder op naar bijna vijftig procent. Intel haalt dus wel in, maar streeft niet bepaald voorbij.

Tigerton is net als de desktopversie Kentsfield en DP-serverversie Clovertown opgebouwd uit twee dualcorechips. Hiermee wordt in theorie een hoop tijd en geld bespaard ten opzichte van het ontwikkelen en produceren van één chip met vier cores, waardoor Intel meer dan een miljoen quadcores denkt te kunnen leveren voor AMD zijn eerste verkoopt. Voor MP-