Intel heeft vandaag een nieuwe Xeon-processor met 16MB aan L3-cache aangekondigd. De zogenaamde 'Tulsa' is niet gebaseerd op de efficiënte architectuur van Merom, Conroe en Woodcrest, maar kan in tegenstelling tot de Xeon DP wel opschalen boven de twee sockets. In combinatie met de juiste chipset zijn 32 samenwerkende chips (64 cores) geen probleem voor de Xeon MP. Er verschijnen in totaal acht verschillende uitvoeringen van de processor, die een relatief aggressieve prijsstelling met zich meekrijgen: voor de 3GHz Paxville (zonder L3-cache) durfde men nog 3157 dollar te vragen, terwijl het 3,4GHz topmodel met 16MB uit de nieuwe serie 'slechts' 1980 dollar kost.
Intel doet hiermee dus duidelijk een poging om zijn zwakste plek - het segment van 4-weg servers - te verstevigen met een laatste Netburst-baksel, tot er volgend jaar eindelijk een Xeon MP gebaseerd op nieuwe architectuur verschijnt. De prestaties van de 65nm Tulsa zijn sowieso een stuk beter dan die van 90nm Paxville, maar of het ook genoeg is om weerstand te bieden aan de Opteron 8xxx-serie valt nog te bezien. Intel presenteert in zijn persbericht wel records voor SPECjbb2005 en TPC-H, maar in hoeverre deze representatief zijn voor de applicaties van klanten blijft altijd de vraag. De bandbreedte is namelijk erg beperkt omdat vier cores één 800MHz bus (6,4GB/s) moeten delen. Bovendien kampt de chip vanwege zijn Netburst-
Prijzen | |
---|---|
7140M (3,4GHz, 16MB, 800MHz) 7140N (3,33GHz, 16MB, 667MHz) | $1980 |
7130M (3,2GHz, 8MB, 800MHz) 7130N (3,16GHz, 8MB, 667MHz) | $1391 |
7120M (3,0GHz, 4MB, 800MHz) 7120N (3,0GHz, 4MB, 667MHz) | $1177 |
7110M (2,6GHz, 4MB, 800MHz 7110N (2,5GHz, 4MB, 667MHz) | $856 |
