De vernieuwing van het C2000-communicatiesysteem dat door Nederlandse hulpverleners wordt gebruikt, heeft de verwachtingen van die gebruikers niet gehaald. Die verwachtingen waren echter ook niet de doelstellingen van de vernieuwing. Dat blijkt uit een evaluatie.
Het C2000-communicatiesysteem dat dagelijks door tienduizenden hulpverleners wordt gebruikt, is tussen 2016 en 2023 vernieuwd. Deze vernieuwing vond onder meer plaats omdat de onderhoudscontracten van het oude systeem afliepen. De gebruikers - met name de politie - zijn echter teleurgesteld over de vernieuwing. Dat zegt Andersson Elffers Felix, dat in opdracht van Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum de vernieuwing evalueerde. Het WODC is een onafhankelijk instituut dat valt onder het ministerie van Justitie en Veiligheid.
De gebruikers hadden onder meer verwacht dat het vernieuwde systeem betrouwbaarder zou zijn. Omdat storingen en uitval een probleem blijven, 'wordt dit op veel plekken niet zo ervaren'. De gebruikers hoopten daarnaast dat de dekking verbeterd zou zijn, terwijl een meerderheid van de gebruikers die dekking nog steeds als onvoldoende beoordeelt.
"Veel eindgebruikers ervaren daardoor dat de volgens hen beloofde verbeteringen, zoals stabiliteit en bereik, niet zijn waargemaakt. Daarbij is het belangrijk om op te merken dat deze verwachtingen vaak niet overeenkwamen met de daadwerkelijke doelstellingen en beloften van het programma." Het onderzoeksbureau noemt onder meer de dekkingseisen als voorbeeld, waarbij er een verschil zat tussen de verwachtingen en de doelstellingen. Onder meer 'het waarborgen' van de betrouwbaarheid, capaciteit en toekomstbestendigheid waren doelen van de vernieuwing.
Het evaluatierapport heeft ook kritiek op andere aspecten van de vernieuwing, zoals de aanbesteding vooraf. Het ministerie van Justitie en Veiligheid koos ervoor de vernieuwing als aanbesteding uit te voeren, waarbij het systeem werd gesplitst in drie onderdelen: het alarmeringsnetwerk P2000, het spraaknetwerk T2000 en de radiobediening RABS. Deze onderdelen werden door verschillende bedrijven vernieuwd, waardoor er niet één overkoepelend bedrijf was dat verantwoordelijk was voor de gehele vernieuwing. Het ministerie wilde ook een 'turnkey'-oplossing, waarbij software en hardware gebruiksklaar werden opgeleverd en dus niet speciaal voor C2000 werden ontwikkeld. Daarbij wilde het ministerie ook dat er in één keer werd overgestapt van het oude naar het nieuwe C2000-systeem.
Het rapport zegt dat dit alles te optimistisch en onrealistisch was en dat onderschat is hoe complex de situatie is. Dit droeg mede bij aan het jarenlange uitstel van het project. Het ministerie wilde dat de vernieuwing in 2017 klaar was; uiteindelijk werd dit 2023. Hierdoor was de vernieuwing technisch gezien al ingehaald bij oplevering.
Voor het vervolg en de opvolger van C2000 adviseert WODC dat er meer wordt geluisterd naar het gezamenlijke belang van de gebruikers en dat er beter wordt samengewerkt tussen leveranciers, eindgebruikers en beheerorganisatie. Het WODC vraagt zich ook af of bij een nieuwe opvolger een aanbesteding wel nodig is. Met de aanbesteding wilde het ministerie de kosten kunnen drukken, maar de gekozen vorm zorgde juist voor onvoldoende flexibiliteit en integraliteit, wat bijdroeg aan vertragingen en spanningen binnen de vernieuwing. Mocht het ministerie alsnog kiezen voor een aanbesteding, dan adviseert het WODC om één eindverantwoordelijke te kiezen, niet drie verschillende. "En tot slot is een intensieve en structurele betrokkenheid van eindgebruikers cruciaal voor het succes van een opvolger van C2000. Regelmatige feedbackmomenten en duidelijke communicatie zorgen ervoor dat het systeem (blijft) aansluit(en) op de praktijk."
Hoewel de vernieuwing van het C2000-netwerk is afgerond, moet het nog steeds worden verbeterd. Zo kreeg de Nederlandse politie een dwangsom opgelegd van de Arbeidsinspectie, omdat het communicatiesysteem op cruciale drukke momenten vaak storing heeft. De politie heeft tot 7 juni de tijd om de problemen op te lossen en moet anders de dwangsom van maximaal 975.000 euro betalen.