Broadcom rondt op woensdag zijn overname van VMware af. Het bedrijf doet dat nadat het onder voorwaarden goedkeuring van de Chinese markttoezichthouder kreeg. Met de overname is een bedrag van 61 miljard dollar gemoeid.
Broadcom en VMware bevestigen dat ze de overname van VMware op 22 november willen afronden. De twee bedrijven hebben, na goedkeuring van de Chinese toezichthouder, nu 'alle benodigde toestemmingen' van autoriteiten. Het bedrijf kreeg eerder al toestemming voor de overname in onder andere de Europese Unie, het Verenigd Koninkrijk en verschillende andere landen. Ook in de Verenigde Staten zijn er 'geen juridische belemmeringen' om de overeenkomst te sluiten onder de Amerikaanse overnameregelgeving, stellen de bedrijven.
De toestemming van de Chinese overheid was het laatste obstakel voor de deal tussen Broadcom en VMware. Eerder werd verwacht dat China de overname zou tegenhouden wegens geopolitieke spanningen tussen het land en de Verenigde Staten. Die spanningen zijn iets afgenomen nadat Chinese president Xi Jingping en zijn Amerikaanse tegenhanger Joe Biden elkaar vorige week ontmoetten in San Francisco.
China stelt wel voorwaarden aan de overname. De VMware-serversoftware moet bijvoorbeeld werken met lokale hardware. Het bedrijf mag ook niet voorkomen dat VMware compatibel is met de hardwareproducten van Broadcom-concurrenten, zei de Chinese markttoezichthouder in een statement. Daaronder vallen bijvoorbeeld opslagadapters. De EU stelde een soortgelijke eis aan Broadcom voordat de regio akkoord gaf voor de deal.
Broadcom kondigde vorig jaar aan dat het VMware wil overnemen voor 61 miljard dollar. Het is daarmee de grootste overname die het bedrijf tot op heden heeft gedaan.