Google heeft een bètaversie van de Nearby Share-app geïntroduceerd. Via de app kunnen Android- en Windows-gebruikers draadloos bestanden met elkaar uitwisselen. De tool draait momenteel op Windows 10 en Windows 11 en is enkel beschikbaar in de VS.
Volgens Google is minstens een 64-bits-versie nodig van Windows 10 of 11 om de Nearby Share-app te kunnen draaien. De tool draait ook niet op computers die een arm-versie van Windows draaien. Wat de vereisten voor Android betreft, is het voldoende om tenminste Android 6 te draaien. De Nearby Share-functie zit in deze versie van het besturingssysteem immers al ingebakken.
Pc-gebruikers die met Nearby Sharing aan de slag willen gaan, moeten hun wifi- en bluetoothverbinding activeren. Android-gebruikers moeten ook hun locatieservices inschakelen. Een gebruiker kan de zichtbaarheid van de apparaten instellen en bepalen of het apparaat voor iedereen, enkel de contacten, enkel de eigen apparaten of niemand zichtbaar is. Apparaten mogen zich op maximaal 5 meter afstand van elkaar bevinden. Bij elke bestandsoverdracht moet er toestemming worden gegeven en de overdrachten zijn e2e-versleuteld.
Google werkt al enkele jaren aan Nearby Sharing. In 2020 begon het bedrijf met tests waarmee gebruikers van Android-telefoons elkaar bestanden konden sturen. Later dat jaar is Google de functie beginnen uit te rollen naar zijn Android-toestellen. Apple heeft al jaren een soortgelijke functie, genaamd AirDrop. Samsung heeft ook al een eigen alternatief ontwikkeld, met de titel Quick Share. Ook heel wat Chinese fabrikanten hebben ondertussen een eigen alternatief. Tweakers schreef in 2020 een achtergrondartikel over deze verschillende implementaties.