De Autoriteit Persoonsgegevens hoeft niet op te treden tegen Google in een zaak van de Consumentenbond. Die laatste eiste dat de privacytoezichthouder zou optreden tegen Google, maar de rechter zegt dat dat op Europees niveau moet worden uitgevochten.
De zaak draait om een klacht die de Consumentenbond in 2018 indiende tegen Google. Dat deed de bond samen met consumentenorganisaties uit Zweden, Noorwegen en Tsjechië. De Consumentenbond stelt dat Google in Android op misleidende wijze probeert om gebruikers over te halen hun locatiegeschiedenis in te schakelen. In 2020 had de Autoriteit Persoonsgegevens daar nog geen besluit over genomen. Daarop stapte de Consumentenbond naar de rechter. Die geeft de bond nu ongelijk.
De rechtbank zegt dat de AP niet zelf onderzoek hoeft te doen naar Google, omdat dat al door de Ierse toezichthouder gebeurt. "Het beeld is dat, nu het Europese hoofdkantoor van Google gevestigd is in Ierland, de Ierse autoriteit bevoegd is om op te treden als leidende toezichthouder", schrijft de rechter. De AP kan wel met de Ierse DPC samenwerken, maar hoeft zelf dus geen eigen onderzoek in te stellen.
Die uitspraak is niet verrassend, maar volgt wel een bekend pijnpunt van de AVG. Veel techbedrijven hebben hun Europese hoofdkantoren in Ierland zitten, wat betekent dat de Ierse Data Protection Commission in de eerste plaats verantwoordelijk is voor een onderzoek. Hoewel de DPC een handvol grote boetes heeft uitgedeeld, storen veel andere toezichthouders en privacyvoorvechters zich aan de vaak lakse houding van de DPC. Vorig jaar ontstond er wel een doorbraak in die zwakke schakel van het zogenaamde eenloketmechanisme. Toen concludeerde het Europees Hof van Justitie dat toezichthouders in andere landen onder bepaalde voorwaarden alsnog zelf mogen optreden. Een zo'n voorwaarde kan zijn als de hoofdtoezichthouder 'essentiële dialoog mijdt' met andere toezichthouders.
Op een ander punt geeft de rechter de Consumentenbond verder wel gelijk. De bond is volgens de rechter wel degelijk belanghebbende in de zaak. De AP had aangevoerd dat de Consumentenbond niet belanghebbend was omdat het niet direct sprak namens een groep slachtoffers. Een stichting kan dat bijvoorbeeld wel doen. Daar is de rechter het niet meer eens: "Volgens de de statutaire doelstelling komt de Consumentenbond op voor een algemeen en collectief belang en zich in dit kader met de genoemde feitelijke werkzaamheden in het bijzonder richt op voorkoming van misstanden op het gebied van de privacy van consumenten", schrijft de rechter. Daarom kan de Consumentenbond dus verzoeken om een onderzoek namens Nederlanders.
De Consumentenbond zegt teleurgesteld te zijn in de uitspraak. "Dit is een tegenslag voor consumenten", zegt directeur Sandra Molenaar. "Zij zijn gedwongen te wachten op een uitspraak van de Ierse toezichthouder, maar dat doen ze al ruim 3 jaar. En intussen blijven de overtredingen onbestraft. Dat is enorm frustrerend. De AP moet meer doen om dat proces te bespoedigen." Ook zegt ze dat 'de manier waarop het Europese toezicht is ingericht echt tekortschiet'.