Meta moet gifjes-platform Giphy verkopen. De Britse marktautoriteit zegt dat de overname ervoor kan zorgen dat Meta te veel marktmacht krijgt op de advertentiemarkt. Dat kan alleen met een verkoop voorkomen worden.
De Competition and Markets Authority in het VK schrijft dat het het onderzoek naar Facebooks overname van Giphy heeft afgerond. Facebook kondigde in mei vorig jaar aan het gifjesplatform over te nemen voor zo'n 369 miljoen euro. Die overname was nog niet officieel rond. Dat gebeurt nu ook niet; de CMA concludeert dat de overname 'concurrentie tussen socialemediaplatformen verkleint' en dat Giphy door de overname geen concurrent kan worden op advertentiegebied.
Volgens de marktwaakhond kan moederbedrijf Meta zijn 'toch al significante marktmacht' vergroten door de toegang tot Giphy te beperken voor concurrenten. Daarmee kan het bedrijf zijn eigen diensten zoals Facebook Messenger, WhatsApp en Instagram bevoordelen. Daarnaast kan Meta van concurrenten zoals Snapchat, TikTok of Twitter eisen dat ze meer gebruikersdata afstaan bij een Giphy-implementatie.
De CMA concludeert ook dat de overname de markt voor advertenties zou verstoren. Voordat de overname zou plaatsvinden zou Giphy een plan hebben gemaakt om merken te laten adverteren op het platform. Volgens de CMA zou Giphy met het platform een potentiële concurrent van Facebook kunnen worden. Dat had voor meer innovatie vanuit de markt kunnen zorgen. Giphy legde dat plan stil zodra de overname werd aangekondigd.
De enige manier om die problemen te voorkomen is om Giphy weer te verkopen, zegt de CMA. De marktautoriteit concludeert dat nadat het van Meta verschillende alternatieve plannen had gehoord. Meta heeft nog niet op de uitspraak van de waakhond gereageerd.