De Amerikaanse Federal Trade Commission gaat zich hard maken voor het 'recht om te repareren'. Dat betekent in de praktijk dat de FTC concurrentie gaat stimuleren in reparatiemarkten en gaat optreden tegen onwettige reparatierestricties.
De vijf commissarissen die de Amerikaanse handelsautoriteit aansturen, hebben daar unaniem voor gestemd. De FTC gaat er in de toekomst strenger op toezien dat consumenten hun eigen producten moeten en mogen repareren. De waakhond zorgt er ook voor dat andere autoriteiten daar beter op kunnen gaan toezien. Het gaat om een beleidsvisie die gericht is tegen 'de maatregelen van fabrikanten om het extreem moeilijk te maken om hun producten te repareren'. Het beleid is daarnaast gericht op kleine winkels en reparateurs. Voor hen moet het makkelijker worden om reparatiediensten aan te bieden.
De FTC publiceerde eerder al een rapport waarin ze schreef dat steeds meer fabrikanten verschillende manieren gebruikten om apparaten te repareren. Ze gebruiken bijvoorbeeld lijm, stellen gereedschappen niet beschikbaar of brengen diagnostische software niet uit. "Ons beleid stelt dat zulke restricties op reparaties van apparaten of producten de lasten voor consumenten en bedrijven hebben verhoogd", schrijft de FTC. "Bovendien kunnen fabrikanten en verkopers concurrentie voor reparaties belemmeren en daarmee de wet overtreden."
Onderdeel van het beleid is ook dat consumenten sneller klachten kunnen indienen over mogelijke overtredingen. De FTC roept Amerikanen op dat online te doen. Hoe de FTC in de toekomst precies wil optreden, schrijft de waakhond niet. Wel zegt het daarvoor 'een reeks instrumenten ter beschikking te hebben'.
Verschillende consumentenorganisaties zoals iFixit strijden al jaren tegen het beleid van fabrikanten als Apple rondom reparaties. Het platform zegt blij te zijn met de beslissing van de FTC. "Fabrikanten pesten consumenten al te lang en maken lokale reparatiezaken kapot. Dit nieuwe beleid is een mijlpaal die dat verandert", zegt ceo Kyle Wiens.