Een Belgische werkgroep onder leiding van een KU Leuven-professor zegt dat het land tegen begin juli een coronatraceerapp kan testen. Woensdag gaat de werkgroep de technologie tonen. De app werkt met bluetooth en de data blijft op de smartphone van de gebruiker.
De achterliggende techniek van de app is volgens De Tijd ontwikkeld door een Europees consortium. De KU Leuven heeft eraan meegewerkt. Vermoedelijk gaat het om de Decentralized Privacy-Preserving Proximity Tracing-app. Onder meer Zwitserse, Oostenrijkse en Duitse gezondheidsdiensten gebruiken dit protocol. De app gebruikt bluetooth om contacten met andere gebruikers te registreren, inclusief de signaalsterkte om de afstand tussen de gebruikers te schatten. Deze id's worden op het apparaat van de gebruiker bewaard. De gebruiker krijgt een waarschuwing als een id overeenkomt met iemand die coronasymptomen heeft.
Of België de corona-app over vijf weken daadwerkelijk gaat testen, is nog niet zeker. Het parlement moet zich nog over het wetsontwerp buigen en daarna moeten de deelstaten nog hun goedkeuring geven. Eerder had de Gegevensbeschermingsautoriteit nog kritiek op het wetsvoorstel voor de app en het wetsvoorstel voor oprichting van de centrale databank voor het handmatige contactonderzoek. Volgens L'Echo wordt er onder meer te veel data opgeslagen zonder dat duidelijk is waarom. Een voorbeeld is het rijksregisternummer van een persoon.
Een maand geleden gaf de Belgische overheid nog aan het handmatig verrichten van contactonderzoek te verkiezen boven een corona-app. Te weinig mensen zouden de app gebruiken om het gebruik ervan effectief te maken. Volgens Frank Robben, bestuursvoorzitter van it-bedrijf Smals en overheidsadviseur voor het traceren van coronapatiënten, hoeft dat niet per se waar te zijn. Hij stelt volgens De Tijd dat de app bijvoorbeeld ook grote bedrijven kan helpen om besmettingen op de werkvloer te vermijden.