KPN start met vrije modemkeuze. De internetaanbieder helpt klanten die een eigen modem willen gebruiken in plaats van de Experia Box, op weg. KPN benadrukt echter dat het niet verantwoordelijk of aansprakelijk is bij problemen.
KPN heeft een pagina online gezet met informatie over het beleid omtrent vrije modemkeuze voor klanten die niet de Experia Box, maar een alternatieve modem/router willen gebruiken. Het bedrijf geeft de instellingen die nodig zijn om van internet, interactieve tv en telefonie gebruik te kunnen maken via andere modems. Dit kan voor klanten die een adsl2-, vdsl2-, vplus- of glasvezelverbinding hebben.
KPN benadrukt dat klanten goed moeten kijken naar de specificaties van hun alternatieve modem en het bedrijf adviseert een apparaat met ondersteuning voor vvdsl, bonded vectoring vdsl en vplus te gebruiken. Ook wijst het erop dat de gebruiker zelf verantwoordelijk is voor het instellen van zijn eigen modem en dat het bedrijf daar niet voor aansprakelijk is.
"Daarnaast bieden wij bij het gebruik van een eigen modem geen installatiemonteur aan en kunnen we je modem niet op afstand optimaliseren", aldus het bedrijf. Verder waarschuwt de isp dat niet alle diensten ondersteund worden in combinatie met alternatieve apparatuur, zoals FON en Sneller Internet Buitengebied.
KPN blijft zijn Experia Box in bruikleen leveren, ook als klanten aangeven een eigen modem te willen inzetten. Daarnaast komt er een optie om een FritzBox te huren, voor een meerprijs van 7,49 euro per maand. KPN-merk Xs4all leverde al langer FritzBox-modems aan klanten.
Er is sinds 2008 al Europese regelgeving die lidstaten verplicht om regels in te voeren waarmee consumenten zelf kunnen kiezen welke modem en welke router zij gebruiken. Het duurt in Nederland echter lang voordat de ACM met duidelijke regelgeving op dit gebied komt. Providers gaven in het verleden aan niet blij te zijn met de komst van vrije modemkeuze, omdat ze vinden dat een modem een cruciaal onderdeel van het netwerk is en deze zo buiten hun invloedssfeer komt. De verwachting was dat er in 2018 duidelijkheid zou komen over het onderwerp, maar ook in 2019 bleef een richtlijn van de ACM uit.