NLconnect, de Nederlandse vereniging van bedrijven in de breedbandsector, ziet weinig meerwaarde in de door de ACM voorgestelde vrije keuze van modems en mediaboxen. Volgens de vereniging levert dit meer problemen op dan het oplost.
NLconnect is wel voorstander van vrije keuze van eindapparaten voor consumenten, zoals routers en wifi-punten, maar stelt dat modems en mediaboxen onderdeel kunnen uitmaken van een telecomnetwerk en dus niet per definitie eindapparaten zijn. Aanbieders kunnen er op vrijwillige basis zelf voor kiezen om ‘alternatieve’ modems en mediaboxen op hun netwerk te ondersteunen, maar NLconnect ziet niets in een verplichting zoals de ACM voorstelt.
De branchevereniging reageert daarmee in de consultatieronde van de Conceptbeleidsregel Netwerkaansluitpunt die de ACM in juli publiceerde. Volgens NLconnect bevindt het netwerkaansluitpunt zich aan het einde van de kabel die de aanbieder op locatie van de eindgebruiker naar binnen heeft gebracht, maar kan de definitie niet voor alle netwerken op dezelfde wijze worden vastgelegd. Zo zouden er grote verschillen bestaan tussen de aansluitpunten van ADSL-, HFC-kabelnetwerken, point-to-point FttH-netwerken en GPON-netwerken, en ook tussen open en niet-open netwerken. "De ACM gaat voorbij aan het feit dat in veel FttH-netwerken alleen modems werken van een bepaalde fabrikant", schrijft de vereniging.
De vereniging vraagt de ACM te overleggen met de verschillende partijen die gevolgen ondervinden van het besluit en adviseert ook te rade te gaan bij het Agentschap Telecom, dat in een rapport inging op de veiligheid van apparaten. NLconnect: "Providers zorgen ervoor dat de software van modems structureel en regelmatig van updates wordt voorzien om de veiligheid en continuïteit van de netwerken en dienstverlening te kunnen waarborgen."
In de beleidsmaatregel staat dat providers hun klanten kunnen afsluiten wanneer een alternatief modem de beveiliging of het netwerk voor anderen frustreert, maar NLconnect noemt dit onverstandig omdat internet inmiddels een essentiële infrastructuur is. "De mogelijkheid voor providers om klanten af te sluiten wanneer zij achterlopen met het updaten van hun modemsoftware en veiligheids- en continuïteitsproblemen optreden, is in de praktijk onrealistisch, omdat de provider over het algemeen geen zicht heeft op softwareversies van alternatieve apparaten."
De branchevereniging noemt de baten van vrije modemkeuze twijfelachtig, terwijl de complexiteit toeneemt: "NLconnect is van mening dat de vrije keuze van DOCSIS- en glasvezelmodems en mediaboxen meer problemen oplevert dan het oplost. Uitsluitend in situaties waar de operationele complexiteit nauwelijks toeneemt, ziet NLconnect meerwaarde van een vrije keuze van modems en mediaboxen."
Onder andere Delta, Freedom Internet, T-Mobile, Huawei en Eurofiber zijn lid van NLconnect. Volgens directeur Mathieu Andriessen verkondigt de vereniging 'de gemene deler van het standpunt van de leden' en kunnen er dus leden zijn die er niet achter staan. Zo is ook AVM lid, maker van de FRITZ!-familie van modems en routers. Deze partij staat volgens de directeur 'met een ander belang in de discussie'.