Voor het eerst hebben wereldwijd meer mensen een abonnement op een videostreamingdienst dan een kabeltelevisieabonnement. Dat komt vooral door een stijging van het aantal gebruikers met een streamingabonnement. Kabeltelevisie levert wel meer geld op dan de streamingdiensten.
Dat blijkt uit cijfers van een jaarlijks rapport van de MPAA. In 2018 waren er wereldwijd 613,3 miljoen abonnementen voor diensten als Netflix en Amazon Prime. Dat is 27 procent meer dan in 2017. Over dezelfde periode daalde de hoeveelheid kabel-tv-abonnementen juist licht met 2 procent. Wereldwijd hadden 556 miljoen mensen een dergelijk abonnement.
Deze cijfers willen overigens niet zeggen dat nu meer mensen een streaming-abonnement hebben dan eentje voor tv. Satelliet- en iptv zijn namelijk samen goed voor zo'n 500 miljoen abonnementen. In totaal zijn er dus wereldwijd meer dan een miljard tv-abonnementen. Ook valt op dat, hoewel het aantal kabeltelevisieabonnementen daalt, het aandeel van iptv sneller stijgt dan dat kabel daalt. Toch stijgt het aantal abonnementen op videostreamingdiensten harder dan het aantal abonnementen voor televisie. Het is dus niet ondenkbaar dat er over een aantal jaar meer abonnementen zijn voor diensten als Netflix dan voor televisie.
Wat verder opvalt is hoe weinig de streamingdiensten omzetten in vergelijking met kabel. Kabel-tv was wereldwijd goed voor omgerekend zo'n 100 miljard euro, ongeveer 8 miljard euro meer dan het jaar daarvoor. Videostreamingdiensten leverden over dezelfde periode omgerekend niet eens 35 miljard euro op.
Het rapport van de MPAA gaat over de omzet van de wereldwijde en Amerikaanse tv- en filmindustrie. Uit het rapport valt ook op te maken dat consumenten voor het eerst meer geld uitgeven aan digitale tv-series en films dan aan fysieke producten of de bioscoop.
Wereldwijd ging 44 procent van de uitgaven naar fysieke producten. Dat kunnen streamingdiensten zijn, maar films die bijvoorbeeld digitaal worden aangeschaft, vallen daar ook onder. Slechts 14 procent van het geld ging naar fysieke producten als dvd's. Naar de bioscoop ging 42 procent van het geld. In totaal werd wereldwijd omgerekend zo'n 85,6 miljard euro uitgegeven aan de tv- en filmmarkt. Sport is hier niet bij inbegrepen, waardoor de cijfers over de tv- en filmindustrie lager uitvallen. In de vergelijking tussen videostreamingdiensten en de verschillende tv-abonnementen wordt sport wel meegerekend.