Dat schreef ik reeds, de ABBB, dat zijn een stelsel van rechtsregels en voorschriften waar de overheid zich aan moet houden, waaronder de rechtszekerheid.
Dat betekent niet dat men zich kan beroepen op exact dezelfde regels als 35 jaar geleden bij bijv. de aankoop van een huis, maar ik mag er vanuit het rechtszekerheidsbeginsel wel vanuit gaan dat volgend jaar nog min of meer dezelfde regels van toepassing zijn als toen ik vorig mijn handtekening onder een koopcontract zette. De overheid mag die regels heus veranderen, maar moet daarvoor wel een goed verhaal hebben, proportioneel denken en bijv. gevallen zo gelijk mogelijk behandelen. Natuurlijk sorteert de politiek voor op mogelijke (juridische of financiele) problemen en legt men dat vast in overgangsregelingen zoals bijvoorbeeld de langjarige afbouw van de HRA voor de hoogste inkomens of men kondigt wijzigingen in een subsidieverordening al ruim van te voren aan.
Als morgen acuut de HRA komt te vallen leid ik* schade door onrechtmatig overheidshandelen, ten minste dat vind ik. Dat laatste moet ik natuurlijk wel bewijzen, maar dat gaat mij naar alle waarschijnlijkheid wel lukken door te wijzen op bijv. rechtszekerheid, vertrouwen, proportionaliteit, noodzakelijkheid. Dat opent uiteindelijk de weg naar een schadevergoeding door de rechter toegekend. Dat betekent ook dat, indien ik in het gelijk wordt gesteld, daarmee de wet formeel niet gewijzigd wordt, (Dat mag de rechter niet), al brengt het wel vaak de noodzaak tot reparatiewetgeving met zich mee. Het algemeen en bijzonder bestuursrecht stikt van dit soort zaken, soms wel en soms niet gehonoreerd, afhankelijk van de merites van de zaak.
Datzelfde geldt dus ook voor de bijtellingsregelingen. Als ik morgen een auto aanschaf met 4% bijtelling dan heb ik geen garantie dat dit voor de rest van de looptijd zo blijft, maar veranderingen in de regels moeten wel proportioneel, doelmatig en noodzakelijk zijn. In Nederland doen we dat eigenlijk al jaren door de oude regels gedurende de hele looptijd te blijven hanteren, maar dat wil niet zeggen dat een andere mogelijkheid (bijv. een jaarlijkse verhoging van de bijtelling 6%, 8%, 10% etc.) niet door de beugel kan, dat is ter beoordeling van de wetgever. Echter rucksichtlos gelijkschakelen kan, ter beoordeling van de rechter als de politiek anders besluit, die toets der kritiek (waarschijnlijk) niet doorstaan. In die toets zal dan ook zeker meegewogen worden dat we al jaren een systeem hebben om deze regels te wijzigen, ook dat behoort bij het vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel.
Om dan bij het principale punt uit te komen. Ja, zeer strikt genomen kan de overheid morgen beslissen om de regeling helemaal omver te gooien, maar dat betekent ten eerste niet dat daar niets aan gedaan kan worden. Ten tweede betekent dan ook dat een disruptieve wetswijziging een vrij onrealistisch scenario is. Er is de overheid veel aan gelegen, zo wijst ook de jarenlange praktijk uit, om hier toch met enige zorgvuldigheid mee om te gaan. Derhalve lijkt mij in deze de 'draaibaarheid' van de politiek (die eigenlijk ook wel weer meevalt) geen argument om echt rekening mee te houden.
* Met mij zullen velen schade leiden, maar geen medelijden want met mijn miezerige 1,4% betaal ik nauwelijks rente

.