Deze opmerking getuigt van grote onwetendheid. Het is Juist de overheid die geld rondpompt. Ze gaat zelfs zo ver staatsschulden op zich te nemen om pensioenmaatschappijen een zekere belegging te geven.
Het zijn juist de ulrarijken die het geld niet kunnen consumeren en steeds moeten investeren. Wanneer de economie stagneert leidt dat gemakkelijk tot oppotten waardoor de economie verder stagneeert. Daarom is het zo belangrijk dat de overheid progressieve belastingen heft om het geld steeds in omloop te houden. Geld dat de overheid uitgeeft, raakt ook niet op, maar circuleert en komt gewoon weer terug.
De echte vraag is door wiens handen het geld mag gaan. Mag de gewone man zijn kinderen laten studeren, of wil de ultrarijke nog een vijftgste auto erbij of vluchtjes naar de ruimte maken. Op dit moment hebben de 85 rijksten net zoveel als de 3 miljard armsten.
De beste besteding die de overheid kan doen is geld geven aan de armen. Die mensen kunnen niet anders dan dat geld weer uitgeven, dat komt bij de kleine middenstand terecht en zo weer bij de grote middenstand en bedrijven en gaat zo door vele handen en smeert alle delen van de economie voor het terug komt bij de overheid.
De slechtste besteding van overheidsgeld is aan de rijken, die kunnen er hun consumptie niet mee opvoeren, zijn ook het meest geneigd het geld in het buitenland te besteden of investeren en zo aan de nationale economie te onttrekken.
De enorme hoeveelheden geld die ze onderbrengen in investeringsmaatschappijen creert ook weer allerlei uitwassen, het is bijvoorbeeld de motor achter de continue overnames van grote bedrijven door elkaar, wat steeds meer monopolies in de markt schept, de nationale werkgelegenheid afbreekt en de prijzen te hoog houdt. Toch staat er nog heel wat geld van uitrarijken niets te doen omdat het moeilijk is goede investeringen te vinden. Een deel van de investeringsmaatschappijen heeft dan ook de strategie om te wachten tot de economie weer in recessie komt om de zaak dan goedkoop op te kopen.
De geldsomloop kan je als een bloedsomloop zien. Laat je het bloed vooral naar het hoofd stromen, of mag het bloed ook de andere lichaamsdelen van de benodigdheden voorzien. Maatschappelijk gezien zou je als overheid liever naar een arbeidsintensieve dan een kapitaalintensieve economie streven zolang onze bevolking groeit.
Internationale handel wordt mensen voorgehouden als een fantastisch iets. Dat levert inderdaad heel veel geld op, maar dat geld gaat voornamelijk naar de hele rijken. Een veertig jaar geleden werd nederland een exportland beschouwd met 3% van het nationaal inkomen in export. Nu hebben we 30% export, waar grof op wordt verdiend, maar daarvoor hebben we wel de bevolking steeds laten groeien. We produceren als volk steeds meer voor het buitenland en maken ons daardoor ook steeds kwestbaarder.
Het was veel slimmer geweest als we Drees hadden gevolgd. Die vond met 12 miljoen Nederland al zwaar overbevolkt en zette mensen aan om te emigreren. Als we die koers gevolgd hadden zou ons nationaal inkomen nu stukken lager zijn maar de burger zou er gemiddeld een stuk beter voor staan. Want al die investeringen in technologie heeft het leven voor de beroepsbevolking bepaald niet gemakkelijker gemaakt. Man en vrouw moeten nu beide werken om een hypotheek te betalen, waar vroeger een arbeider van één inkomen een huis bij elkaar spaarde en nog geld op de bank had.
Ook zijn alle banen door een constante efficientieslag in stressbanen veranderd waar het uiterste er uit moet komen. Vroeger lag het tempo een stuk lager en er waren veel meer rustmomenten (er werd veel meer gezellig gekletst), die nu allemaal weggerationaliseerd zijn. Veel rijken zien arbeid nu eenmaal enkel als kosten, niet als koopkracht. Een hele kortzichige kijk. Henri Ford wist het beter, hij verdubbelde het salaris van zijn arbeiders zodat zij weer zijn auto's konden kopen.
Dalende arbeidskosten per eenheid product zijn over het algemeen gunstig voor de concurrentiepositie en de export. Door ons zo afhankelijk te maken van export en internationale handel hebben we ons heel erg afhankelijk gemaakt van internationale competitie en worden gedwongen voortdurend voorop lopen in technologie. Op de export wordt goed verdiend. Dus is de reactie om nog meer mensen uit het buitenland binnen te halen om voor de export te produceren.
Dat levert steeds meer superrijken op, maar wat heeft de gewone man daar aan? Heel weinig. Dat hij steeds minder produceert voor eigen consumptie en meer voor het grote geld. Het is ook een misvatting dat het prettig is om veel rijken te hebben, omdat armen daarvan zouden profiteren. Eerder is het zo dat dit het prijspeil sterk verhoogt waardoor dingen voor de gewone man juist te duur worden. Daarom kunnen gewone mensen in London alleen nog maar in de buitenwijken wonen.
De bevolking als geheel is gebaat bij niet te grote welvaartsverschillen, produceren voor eigen behoefte en geen enorme bevolkingsdruk. In de Gouden Eeuw ging de gewone bevolking er gewoon 30% op achteruit ook al werden er grote aantallen prachitge schilderijen geproduceerd. In plaats van zinvolle productie is er nu een jacht ontstaan om zoveel mogelijk gadgets te produceren met een steeds kortere levensduur. Alles moet in een paar jaar kapot. En eigendom zoveel mogelijk vervangen door abo's. Dit zet voortdurende druk op mensen. Sparen wordt moeilijker en ook de pensioenen worden steeds minder waard,
in plaats van een visie om een goed leven te scheppen voor ons volk leven worden we in constante overlevingsstrijd gebouden door kapitaalverschaffers die de maximale opbrengst van hun geld willen en daarvoor iedereen uitpersen. Pure dwaasheid. Een paar generaties terug stond bij bedrijven continuiteit nog voorop en werd 3% gezien als voldoende beloning voor de factor kapitaal. Het ging er vooral om mensen van een zeker inkomen te voorzien zodat ze een prettig bestaan hadden. Die bestaanszekerheid is heel bewust afgebroken om mensen op te jagen tot meer productie.
We hadden de hogere arbeidsproductifviteit ook kunnen gebruiken om korter te gaan werken maar zij is vooral gebruikt om de levensduur van produkten te verlagen. Heel dwaas want dat betekent ook een veel grotere belasting van de natuurlijke hulpbronnen. Niet erg slim als er al veel te veel mensen op deze aarde wonen, om maar meer superveeleisende gadgets van korte levensduur te maken. Maar goed voor het grootkapitaal dat meer, meer, meer wil.
Laten we eerlijk zijn, er is helemaal geen visie. Alles loopt achter elkaar aan en elkaar na te praten. Alles heeft een eigen dynamiek gekregen en niemand die er bovenuit wil kijken. Als je even voorbij de technische gadgets kan kijken boert het in basisvoorzieningen achteruit. probeer maar eens verzorging te vinden voor je kwakkelende ouders. En dat is nog de rijke generatie. De huidige werkenden zullen het met veel lagere pensioenen moeten doen.
We hebben deze internationale handel al meegemaakt met de kolonisatie. Hier werden de mensen arm gebouden zodat ze op de boot stapten en in dienst traden van de handelsverenigingen. In de kolonieen werden mensen gedwongen een deel van hun tijd voor niets te werken. Slaven werden gehaald om winstgevende gewassen als tabak en suiker te verbouwen en verwerken. Ja dat leverde betaalbare prijzen op, maar wie werd er beter van? Alleen de elite. Volkeren zijn het beste af als ze duurzame goederen maken voor eigen consumptie en alleen een beetje exporteren om benodige importen te betalen.
Maar het idee van volkeren en naties wordt nu afgeschaft. Vrije grenzen voor goederen en personen. Uiteindelijk heeft dit een vergelijkbaar effect als de industrialisatie toen ambachtslieden veranderden in arbeiders die allemaal met elkaar moesten concurreren, waardoor de lonen steeds lager werden.
Iedereen denkt maar dat meer geld verdienen meer voor de bevolking oplevert. Dat is dus niet zo. Dat geldt alleen als dat geld ook in gelijke mate bij de gewone man terecht komt en als dat geld voor nationale consumptie wordt verdiend. Als een volk voor de consumptie van het buitenland (export) loopt te werken worden ze daar zelf niet veel beter van. Je kan dan wel meer importeren voor consumptie, maar juist de hoge winsten op de export en kapitaalintensiveit en zorgen ervoor dat de factor arbeid maar weinig verdiend aan de export, maar overdreven hoge prijzen moet betalen voor importen. Voor elk gulden die wij verdienen aan loon in export moeten we een veelvoud betalen aan importen. Wanneer wij echter voor elkaars consumptie produceren met hoge toegewaarde en lage winsten dan worden wij daar allemaal beter van.
De stijging van het nationaal inkomen is geen stijging van de het welzijn, het lijkt alleen maar stijging van de welvaart omdat welvaart in geld gemeten wordt. Vroeger werd zorg voor kinderen en ouderen niet als productie gezien. Nu is het een uiterst kostbare aangelegenheid geworden. We verdienen nu zogenaamd meer maar moeten steeds meer betalen voor dingen die vroeger gratis of heel goedkoop waren. Hoe meer wij betalen, hoe meer de illusie bestaat dat de productie en welvaart toeneemt omdat de omzet toeneemt.
Het wordt echt eens tijd dat we een keer gaan nadenken waar we naar toe willen als volk en ophouden de mantra van het groot kapitaal te volgen dat zelf gevangen zit in zijn eigen hebzucht.
[Reactie gewijzigd door Elefant op 22 juli 2024 18:04]