Voorzitter Ajit Pai van de Amerikaanse telecomwaakhond FCC heeft in een opiniestuk gezegd dat de Republikeinen, die vorige week stemden voor nieuwe privacyregels waarmee isp's de browsegeschiedenis van gebruikers mogen verkopen, de privacyrechten niet hebben aangetast.
Pai stelt dat de online privacy van internetgebruikers nog gewoon gewaarborgd is. Hij noemt de vele kritiek op het voorstel overdreven en vindt dat er veel misinformatie is verspreid. Volgens hem hebben de Republikeinen met de stemmingen in de afgelopen weken geen bestaande privacybeschermingen opgeheven. Daarnaast zegt Pai dat isp's nooit het plan hebben gehad om de browsegeschiedenis van individuele internetgebruikers aan derden te verkopen. Volgens hem werkt het online adverteren niet op die manier. Mochten isp's toch deze gegevens verkopen, dan gaat dat volgens de voorzitter van de FCC in tegen privacyverplichtingen die de providers eerder op zich hebben genomen. Dat benadrukt Pai in een opiniestuk in The Washington Post.
Volgens Pai hebben de nieuwe regels enkel ervoor gezorgd dat het oude regime van de Federal Trade Commission weer leidend wordt wat regelgeving voor de privacy van internetgebruikers betreft. Pai stelt dat de Federal Trade Commission effectief was in het bevorderen van de privacy en dat deze commissie in het verleden al meer dan 150 keer handhavend heeft opgetreden, soms tegen de grootste Amerikaanse internetbedrijven. In 2015 stelde de FCC tijdens de Obama-regering nieuwe en strengere regels in voor isp's, waarbij deze regelgeving leidend werd boven het raamwerk van regels van de Federal Trade Commission.
Pai stelt dat de in 2015 gecreëerde regels van de FCC ervoor hebben gezorgd dat isp's aan andere regels moesten voldoen dan de contentproviders. Dat vindt hij onwenselijk. Hij vindt dat de FCC-regels niet gingen over het beschermen van de privacy van consumenten, maar dat daarmee de overheid 'winnaars en verliezers op de marktplaats' heeft uitgekozen.
Daarmee doelt Pai op het verschil tussen bedrijven als Facebook en Google en de isp's. Isp's vinden het niet eerlijk dat voor hen strengere privacyregels gelden dan voor contentproviders als Google en Facebook. Pai is het oneens met de stelling dat isp's strenger moeten worden beoordeeld, omdat zij meer toegang zouden hebben tot de persoonlijke informatie van internetgebruikers dan Facebook en Google. Daarbij wijst Pai op een ambtenaar uit de Obama-regering die stelt dat isp's geen verregaande of unieke toegang tot persoonlijke informatie over internetgebruikers hebben en dat de commercieel interessante data vooral uit andere contexten komt.
President Trump heeft vorige week een voorstel ondertekend waardoor oude privacyregels voor Amerikaanse isp's worden teruggedraaid. Eerder had de Republikeinse meerderheid in het Congres de plannen al goedgekeurd. Daarmee kunnen providers later dit jaar zonder expliciete toestemming van internetgebruikers privacygevoelige informatie delen met derden. Het gaat dan specifiek om informatie zoals de browsegeschiedenis, het gebruik van apps, financiële informatie, data over de locatie van de gebruiker en de inhoud van e-mails. De isp's willen de mogelijkheid hebben om deze data te kunnen verhandelen.