De Amerikaanse Senaat heeft een voorstel aangenomen dat het voor internetproviders mogelijk maakt om privacygevoelige informatie zoals de browsegeschiedenis van internetgebruikers te verkopen aan bedrijven.
De Senaat heeft het voorstel donderdag aangenomen met 50 stemmen voor en 48 tegen. Het Huis van Afgevaardigden moet zich er nog over buigen, maar een goedkeuring ligt voor de hand omdat de Republikeinen ook in dit orgaan een meerderheid hebben. Waarschijnlijk stemt het Huis hier binnen enkele weken over. Het voorstel zal bij een goedkeuring naar verwachting later dit jaar van kracht worden.
Als het voorstel daadwerkelijk goedgekeurd wordt, mogen providers later dit jaar zonder expliciete toestemming van internetgebruikers privacygevoelige informatie delen met derden. Het gaat dan specifiek om informatie zoals de browsegeschiedenis, het gebruik van apps, financiële informatie, data over de locatie van de gebruiker en de inhoud van e-mails. Internetproviders vinden het niet eerlijk dat voor hen strengere privacyregels gelden dan voor websites als Google en Facebook. Zij willen deze data kunnen verhandelen. Eerder pleitte de CTIA, een belangenorganisatie van Amerikaanse internetproviders, al voor de afschaffing van deze privacyregels, die afkomstig zijn van de FCC.
Voorafgaand aan de stemming in de Senaat noemde de Democratische senator Richard Blumenthal de resolutie een directe aanval op consumentenrechten en hun privacy. De initiatiefnemer van het voorstel, de Republikeinse senator Jeff Flake, is het daar niet mee eens en stelt dat de nieuwe regels een krachtig signaal afgeven dat federale agentschappen niet langer kunnen wegkomen met het op eigen houtje beperken van grondwettelijke rechten. Hij noemde de eerder door de FCC ingestelde privacyregels een 'bureaucratische machtsgreep'.
Daarmee doelt Flake op de privacyregels die de FCC vorig jaar onder leiding van de vorige voorzitter Tom Wheeler heeft aangenomen. Volgens deze regels moeten internetproviders hun klanten informeren over de informatie die zij over gebruikers verzamelen. De huidige Republikeinse voorzitter van de FCC, Ajit Pai, stemde destijds als commissielid tegen deze regels. Enkele weken geleden draaide hij al een deel van de regels terug. Hij zei dat de speciale privacyregels voor internetproviders te verwarrend zijn voor Amerikaanse consumenten.
De Amerikaanse Civil Liberties Union heeft teleurgesteld gereageerd op de stemming in de Senaat. De organisatie vindt dat de Senaat hiermee de privacyrechten van Amerikanen opoffert voor de winstbelangen van grote internetbedrijven zoals Comcast, AT&T en Verizon en roept het Huis van Afgevaardigden op om tegen de resolutie te stemmen.
De stemming in de senaat betrof een resolutie waarmee de Congressional Review Act wordt ingeroepen. Deze wet stamt uit de jaren '90 en geeft het Amerikaanse Congres de mogelijkheid om via een wetgevingsproces nieuwe federale regels afkomstig van agentschappen zoals de FCC via een resolutie te overrulen. Dit proces is nu door de Senaat in gang gezet. De Republikeinen zijn van plan dit middel vaker in te zetten om regels uit de periode van de Obama-regering te schrappen. Tot voor kort was dit middel een erg zeldzame procedure; in de afgelopen drieëntwintig jaar is het slechts één keer gebruikt.
Als regels afkomstig van een agentschap door een resolutie van het Congres worden geschrapt, dan bepaalt de Congressional Review Act dat dit agentschap over dat onderwerp in principe geen nieuwe regels meer mag maken. Op papier heeft het congres in deze procedure zestig dagen de tijd om nieuwe uitgevaardigde regels van federale agentschappen te herzien. Deze periode van zestig dagen begint echter pas te lopen als de agentschappen een rapport over de nieuwe regels publiceren. Omdat dit in een aantal gevallen niet is gebeurd, kunnen de Republikeinen zelfs regels uit de beginperiode van de regering van Obama herzien.