Het CPB wijst in zijn 'Risicorapportage Cyberveiligheid Economie' op het toenemende risico van internetcriminaliteit die gericht is op financieel gewin. De overheid zou een leidende rol op zich moeten nemen op het gebied van encryptie en authenticatie om dit risico te beperken.
Het rapport van het Centraal Planbureau is opgesteld in samenwerking met het NCSC en geeft inzicht in economische problemen van internetcriminaliteit en de gevolgen voor Nederlandse bedrijven en consumenten. Een van de bevindingen van het rapport is dat het risico van deze vorm van criminaliteit toeneemt, omdat de pakkans laag is en de opbrengsten hoog zijn.
Het CPB gaat in op encryptie en authenticatie, waarbij het vaststelt dat deze technieken in veel gevallen niet gebruikt worden omdat er sprake is van coördinatiefalen. "Encryptie kan pas effectief gebruikt worden voor communicatie als een grote groep gebruikers dezelfde methode hanteert", zo stelt het rapport. Daarbij wordt als voorbeeld verwezen naar WhatsApp, dat voor alle gebruikers end-to-end-encryptie inzet. De overheid moet volgens het CPB optreden als lead user van encryptie en authenticatie door zelf een publieke infrastructuur te bieden en standaarden te verplichten. Op die manier moet coördinatiefalen worden tegengegaan.
Het CPB noemt Idensys als voorbeeld van een dergelijke infrastructuur. Bovendien zouden overheden de veiligheid van communicatie via e-mail moeten verbeteren door zelf gebruik te maken van veilige standaarden, zoals tls, dkim, dmarc en spf. Uit een recent onderzoek bleek dat het overgrote deel van de Nederlandse gemeenten zijn e-mail slecht beveiligt. Naar aanleiding daarvan kondigde minister Plasterk onlangs aan dat gemeenten tot eind 2017 de tijd hebben om dnssec en tls in te schakelen op hun e-mailservers.
Ook blijkt uit eerdere cijfers dat het aantal aangiften van internetcriminaliteit laag blijft, hoewel elf procent van de Nederlanders daarvan slachtoffer wordt. Hierbij adviseert het CPB om aangifte van bijvoorbeeld phishing en ransomware via internet mogelijk te maken. Op dit moment zouden burgers namelijk nog naar het politiebureau moeten. Daar zijn vaak intakemedewerkers aanwezig die weinig kennis over deze onderwerpen bezitten. Een betere opleiding zou kunnen bijdragen aan hun kennis, iets waar de politie inmiddels al mee is gestart. Daarnaast raadt het bureau aan een centraal loket te gebruiken waar meldingen van internetcriminaliteit met elkaar vergeleken kunnen worden.
Een ander probleemgebied is de gefragmenteerde markt van beveiligingsdiensten. Aanbieders van deze diensten zouden vaak alleen binnen de eigen landsgrenzen of regio actief zijn. Een van de aangedragen oplossingen van het CPB is het creëren van een Nederlands of Europees certificaat voor deze bedrijven, waardoor kleine en middelgrote ondernemingen een reputatie krijgen en makkelijker buiten de landsgrenzen actief kunnen worden. Een soortgelijk initiatief werd deze week voorgesteld door de Europese Commissie.
Het probleem van lekken in software speelt ook een rol in het rapport. Hierbij draagt het CPB de mogelijkheid aan om ontwikkelaars aansprakelijk te stellen voor kwetsbaarheden als zij onvoldoende voorzorgsmaatregelen hebben genomen.
Het rapport werd woensdag aan staatssecretaris Klaas Dijkhoff aangeboden.