Het Centraal Planbureau pleit voor meer regels rondom internet-of-thingsapparatuur. Het CPB stelt dat de Nederlandse overheid er goed aan zou doen soms in te grijpen op de markt voor iot-apparaten, maar dat dat ingewikkeld is, want het beleid moet ook niet doorschieten.
Het Centraal Planbureau heeft een beleidsbrief geschreven waarin het onderzoekt of het wenselijk is dat de overheid kan ingrijpen op 'de markt voor digitale middelen'. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door testfases of veiligheidsstandaarden te verplichten. Het CPB kijkt daarbij alleen naar de economische wenselijkheid van maatregelen. "Discussie over de maatschappelijke wenselijkheid van het gebruik van kunstmatige intelligentie of algoritmen, in bijvoorbeeld de rechtsspraak of opsporing, valt buiten de scope." Het CPB concludeert dat het in sommige gevallen nuttig kan zijn in te grijpen.
De Nederlandse economie loopt risico dat er schade ontstaat door slecht beveiligde apparaten en diensten. Het CPB wijst daarbij naar bijvoorbeeld de WannaCry-ransomware in 2017. Het risico is groot door het stijgende aantal iot-apparaten en internetdiensten, maar ook door het gebrek aan regels voor digitale middelen. Het CPB is niet de eerste partij die waarschuwt voor de risico's van internetapparatuur. Zo schreef de NCTV eerder dat er een grote kans is op 'digitale ontwrichting' van de samenleving.
Volgens het CPB is er op een vrije markt een te lage prikkel om meer dan gemiddeld betrouwbare apparatuur te maken. De kosten wegen door verschillende factoren vaak niet op tegen de baten, zoals de hogere prijs die een fabrikant kan vragen omdat het product betrouwbaarder zou zijn. "Vanuit maatschappelijk perspectief kan het investeringsniveau op een vrije markt te laag zijn", schrijft het bureau. Daardoor ontstaan vaak neveneffecten die moeilijk te voorspellen zijn. Iot-apparaten kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor ddos-aanvallen of om ongelukken te veroorzaken met voertuigen zoals auto's en vliegtuigen.
Het CPB laat in het midden wat de beste oplossing is voor de problemen en wanneer die oplossing precies nodig is. "Aanvullend beleid voor betrouwbare digitale middelen is nodig als externe effecten of andere verstoringen zorgen voor onwenselijke marktuitkomsten", schrijft het bureau. Mogelijke oplossingen zijn bijvoorbeeld meer voorlichtingscampagnes houden over veiligheid of meer informatie verplichten, zoals dat ook bij voedsel en financiële producten gebeurt. Ook zou het afdwingen van Europese certificaten voor de veiligheid een oplossing kunnen zijn. Dat ingrijpen door de overheid soms nodig is, acht het bureau in ieder geval zeker. "Beleid is nodig voor de betrouwbaarheid van digitale middelen. Vanwege verschillende vormen van marktfalen is ingrijpen inderdaad legitiem."
Het CPB waarschuwt wel voor de moeilijkheid van maatregelen. Zo is er veel verschil in apparaten en software, waardoor uniform beleid moeilijk is. Het beleid kan bovendien doorschieten, waardoor de maatregelen leiden tot hogere kosten in de handhaving. Dat moet volgens het bureau wel opwegen tegen de voordelen van meer betrouwbaarheid.