Apple betaalt 18 miljoen dollar in een class-actionzaak die ging over het saboteren van FaceTime in iOS 6. Deelnemers aan de zaak krijgen per iOS-apparaat zo'n drie dollar uitbetaald volgens de advocaten.
Het bedrag is vastgelegd in een schikking tussen Apple en de aanklagers, schrijft Apple Insider. Daarmee komt er een einde aan een class-actionzaak die in 2017 werd aangespannen. In de zaak beschuldigden iPhone 4-bezitters Apple ervan ondersteuning voor FaceTime uit iOS 6 verwijderd te hebben, om zo gebruikers te dwingen om te upgrade naar iOS 7. Volgens gebruikers werkten hun telefoons met die versie minder goed.
Apple heeft de zaak in de afgelopen drie jaar aangevochten, maar in januari is er toch een schikking getroffen met de aanklagers. Dat blijkt deze week uit rechtbankdocumenten die zijn vrijgegeven. Apple betaalt volgens de schikking 18 miljoen dollar. Een deel van dat bedrag wordt uitgekeerd aan de mensen die zich hebben aangesloten bij de class-actionzaak. Volgens advocaten krijgen zij zo'n drie dollar per iOS-apparaat uitgekeerd, maar dat bedrag kan oplopen als niet alle deelnemers het geld claimen.
Volgens de aanklagers wilde Apple geld besparen door een overeenkomst met Akamai op te zeggen. Daarbij wordt verwezen naar e-mails die werden gebruikt in een eerdere zaak, over de inbreuk op octrooien van VirnetX door Apple. Het in 2010 geïntroduceerde FaceTime werkte aanvankelijk zowel via p2p als via relayservers van Akamai. Door de patentschending moest Apple stoppen met de p2p-technologie, waardoor al het verkeer via Akamai verliep. Daardoor stegen de kosten voor Apple enorm.
In iOS 7 vernieuwde Apple zijn FaceTime-app met zelfontwikkelde p2p-techniek. Zodoende kon het contract met Akamai worden opgezegd. Vanaf april 2014 ontstonden er daardoor problemen met FaceTime op iOS 6.