Het Slowaakse Voorzitterschap wil deze week bij een informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken de problemen bespreken die spelen bij de opsporing door het toenemende gebruik van encryptie, met name end-to-end-encryptie.
Het Ministerie van Veiligheid en Justitie meldt dit aan de Tweede Kamer. Slowakije wil volgens het ministerie bij de informele bijeenkomst op 7 en 8 juli als nieuwe voorzitter van de Europese Unie 'een discussie over het gebruik van encryptie door criminelen en de problemen die de opsporing daardoor ondervindt bij het vergaren van gegevens'.
Het gaat de voorzitter om een bespreking van de verhouding tussen het opsporingsbelang en het publieke belang van bescherming van gegevens. De ministers van de lidstaten geven bij de bijeenkomst hun standpunten weer en zouden de mogelijkheden moeten benoemen 'om toegang tot data te geven zonder in te boeten op de bescherming van de privacy van de rechthebbenden op die data'.
Minister Van der Steur benadrukt in de brief het standpunt van de Nederlandse overheid dat het 'op dit moment' niet wenselijk is om beperkende wettelijke maatregelen te nemen ten aanzien van de ontwikkeling, de beschikbaarheid en het gebruik van encryptie in Nederland.
De overheid onderschrijft het belang van sterke encryptie en zoekt voor de opsporing naar 'nieuwe oplossingen'. Volgens de minister zijn opsporings-, inlichtingen- en veiligheidsdiensten daarbij deels afhankelijk van samenwerking met aanbieders van ict-producten en -diensten. Voor inzage in online communicatie zijn die diensten nu nog aangewezen op isp's, maar door het toenemende gebruik van end-to-end-encryptie zoals bij WhatsApp, hebben providers niet de mogelijkheid gegevens te ontsleutelen.