In het maandag verschenen rapport van het Nederlandse Nationaal Cyber Security Centrum gaat de organisatie in op de ontwikkeling van malware die wordt verspreid via advertentienetwerken. Deze malvertising blijft populair bij internetcriminelen.
Dat schrijft het NCSC in zijn jaarlijks terugkerende rapport 'Cybersecuritybeeld Nederland'. In de meest recente editie meldt de organisatie dat advertentienetwerken nog niet zijn opgewassen tegen kwaadaardige advertenties. Dit komt daardoor, dat de netwerken advertenties in realtime inkopen en niet kunnen controleren op malware. De aanvallen zijn gericht op gebruikers die geen volledig gepatchte systemen gebruiken, waardoor zij kwetsbaar zijn voor verschillende exploits.
Deze worden aangeboden via zogenaamde exploitkits, die slachtoffers met name met ransomware infecteren. Doordat enkele malvertising-campagnes waren gericht op populaire Nederlandse sites, zou ook de discussie rond de noodzaak van adblockers gevoed worden, zo schrijft het NCSC. Door het blokkeren van advertenties zijn gebruikers niet meer kwetsbaar voor kwaadaardige varianten. De organisatie voegt daaraan toe dat de gebruikte exploitkits steeds doorontwikkeld worden, bijvoorbeeld door het gebruik van nieuwe kwetsbaarheden. In het afgelopen jaar waren dit vooral lekken in Flash Player.
Omdat deze methode aantrekkelijk is voor aanvallers, onder andere omdat het moeilijk is de daders te achterhalen, verwacht het NCSC dat malvertising ook de komende tijd nog ingezet zal worden. In andere onderdelen van het rapport vermeldt de organisatie dat 'statelijke actoren en beroepscriminelen de grootste dreiging voor Nederland op het gebied van beveiliging vormen'.
Die laatste groep zou zich in 2015 voor een overgroot deel hebben toegelegd op ransomware-campagnes. Deze vertonen een hoge organisatiegraad, naar inschatting van het NCSC. Ook zijn dit soort campagnes eenvoudig uit te voeren, bijvoorbeeld via aanbieders van ransomware as a service. Daarnaast zijn 'statelijke actoren' in staat om door digitale economische spionage de concurrentiepositie van Nederland te beïnvloeden en via politieke spionage 'de democratische rechtsorde te ondermijnen'.
Een mindere maar groeiende bedreiging wordt ten slotte gevormd door criminele activiteiten die met laagdrempelige hulpmiddelen uitgevoerd kunnen worden, zoals ddos-aanvallen.