Het leven van de pc-gamer valt anno 2021 niet mee. Eerder dit jaar leek er na langdurige tekorten iets van verbetering zichtbaar in de verkrijgbaarheid van videokaarten, maar inmiddels stijgen de prijzen opnieuw. Omdat er voorlopig geen verandering in deze situatie lijkt te komen, ontstaat er voor veel gamers een post-apocalyptisch Mad Max-achtig beeld over het landschap van videokaarten. Huidige kaarten worden zo lang mogelijk gebruikt, oudere modellen ontstoft en opgelapt, en voor heel wat gpu’s van de afgelopen generaties geldt dat ze zelfs voor meer geld kunnen worden verkocht dan wat ze oorspronkelijk kostten. De tweedehandsmarkt voor videokaarten is minstens zo booming als die voor nieuwe exemplaren.
Wie op zoek is naar een videokaart van enkele generaties terug doet dit zeer waarschijnlijk uit noodzaak en niet voor het plezier of om een verzameling compleet te maken. PC-gaming is sinds de pandemie een stuk duurder geworden en de prijsstijgingen van videokaarten hebben daar het grootste aandeel in.
Oude(re) gpu's met actuele testdata
Bij de keuze uit oudere videokaarten loop je tegen een obstakel aan. Doorgaans zijn er alleen reviews beschikbaar van rond de tijd dat het betreffende model uitkwam, getest op games uit die periode. Wie nieuwere games wil spelen op een nog aan te schaffen oudere videokaart, heeft daarmee vaak geen goed beeld welke prestaties kunnen worden verwacht. Dit artikel dient als leidraad voor wie een oudere videokaart wil kopen om de schaarste en hoge prijzen te omzeilen.
Voor de selectie van videokaarten hebben we gekeken naar wat volgens de Steam Hardware Survey populaire kaarten zijn, en gekozen voor modellen die over het algemeen ook nog een relatief bescheiden prijs op de tweedehands markt hebben. Deze selectie is daarnaast aangevuld met oudere videokaarten die in het verleden populaire opties waren voor gaming-pc’s. Hieronder bespreken we de specificaties van de geselecteerde gpu's.
1080p op Medium- én Ultra-settings?
Voor deze test kijken we enkel naar gamingprestaties op 1080p, omdat de verwachting is dat hogere resoluties te hoog zijn gegrepen voor de oudere videokaarten. We testen daarbij op Medium- en Ultra-kwaliteitsinstellingen. Alle geteste videokaarten die een specifieke game kunnen draaien, zullen op de komende pagina's in de grafieken verschijnen. Mist er een gpu in de betreffende grafiek, dan betekent het dat deze kaart het spel dus niet kon draaien. De oorzaak hiervoor kan zowel een gebrek aan videogeheugen, als ontbrekende hardwareondersteuning voor een bepaalde feature binnen DirectX 12 of Vulkan zijn.
26 videokaarten, met rebrands
Van de 26 videokaarten die wij voor de test van dit artikel hebben gekozen, zijn er acht stuks die we eerder of juist later in andere vormen zijn tegenkomen. De meest recente modellen uit onze selectie die later zijn hergebruikt, zijn de Radeon RX 470 en RX 480. AMD pakte voor de opvolgende 500-serie videokaarten dezelfde Polaris-chip als in de genoemde kaarten, om te gebruiken voor de RX 570 en RX 580. Bovendien werd later ook nog de RX 590 op de markt gebracht, die buiten hogere kloksnelheden en een geclaimd verbeterd productieproces verder geen onderscheidende specificaties of mogelijkheden bezat ten opzichte van de RX 480 en RX 580.
AMD’s R9 390X, die we eveneens in de test hebben opgenomen, is gebaseerd op precies dezelfde Hawaii XT-chip als gebruikt werd bij de R9 290X. Deze chip werd overigens bij zijn overstap naar de 300-serie wel voorzien van twee keer zoveel videogeheugen: 8GB in plaats van 4GB. Dan is er nog de R9 380, die in het verleden als R9 285 met 2GB geheugen op de markt kwam. Deze Tonga-chip ondersteunt meer features dan de duurdere 390X vanwege een nieuwere architectuur, maar is in dezelfde 300-serie als rebrand teruggekomen. In het geval van de Radeon R7 370 is er zelfs sprake van twee rebrands; de R7 265 en de HD 7850. Deze drie videokaarten hebben ieder een Pitcairn-gpu op basis van de eerste generatie gcn-architectuur onder de motorkap, die in begin 2012 zijn intrede deed. Van de HD 7850 naar de R7 265 en de R7 370 werd de kloksnelheid elke keer wat opgeschroefd, maar pas bij de derde vertoning kreeg Pitcairn officieel een upgrade naar 4GB werkgeheugen.
Nvidia's portfolio bestaat de afgelopen generaties uit maar weinig rebrands. Toch komen we in onze selectie van oudere modellen er wel een paar tegen. Allereerst is er de GTX 770, op basis van de GK104-gpu die vanaf halverwege 2012 ook al dienst deed als GTX 680. In beide gevallen zijn 1536 shaders ingeschakeld, maar deze Kepler-gebaseerde GK104 komen we ook tegen bij zowel de GTX 760 als de oem-versie van de GTX 660. Op deze twee lager gepositioneerde kaarten zijn 1152 shaders ingeschakeld.
Nvidia's verwarring voor de consument
Andere noemenswaardige specificaties zien we bij de GTX 970 en GTX 1060. Van het eerstgenoemde model bleek na het uitkomen dat het videogeheugen was opgedeeld in twee pools om beperkingen tussen de geheugencontroller en het cachegeheugen te omzeilen. De totale hoeveelheid videogeheugen van de GTX 970 bedraagt wel 4GB, maar een halve gigabyte daarvan is significant langzamer en wordt bovendien afzonderlijk aangesproken. Van de GTX 1060 heeft Nvidia twee modellen met verschillende geheugenhoeveelheden uitgebracht. Bij het 3GB-model heeft de fabrikant er echter voor gekozen om ook minder rekenkernen in te schakelen op de gpu, waardoor de rekenkracht van het model met minder geheugen ook lager uitkomt. Ondanks dit verschil werd dezelfde naamvoering voor deze GTX 1060 gebruikt.
De geteste gpu’s staan met de besproken rebrands en voorgangers opgesomd in de overzichtstabel. Heb je één van deze schuingedrukte gpu’s, dan kun je op basis van de resultaten in deze review dus een redelijke inschatting krijgen hoe de prestaties er in 2021 voorstaan.
Merk |
GPU |
Architectuur |
Rekenkernen |
Geheugen |
Bandbreedte |
Nvidia |
GTX 1660 Super |
Turing |
1408 |
4GB |
336GB/s |
GTX 1650 |
896 |
4GB |
128GB/s |
GTX 1080 Ti |
Pascal |
3584 |
11GB |
484GB/s |
GTX 1080 |
2560 |
8GB |
320GB/s |
GTX 1070 |
1920 |
8GB |
256GB/s |
GTX 1060 6GB |
1280 |
6GB |
192GB/s |
GTX 1060 3GB |
1152 |
3GB |
192GB/s |
GTX 1050 Ti |
768 |
4GB |
112GB/s |
GTX 1050 |
640 |
2GB |
112GB/s |
GTX 980 Ti |
Maxwell |
2816 |
6GB |
336GB/s |
GTX 980 |
2048 |
4GB |
224GB/s |
GTX 970 |
1664 |
3,5+0,5GB |
196+28GB/s |
GTX 960 |
1280 |
2GB |
112GB/s |
GTX 950 |
768 |
2GB |
106GB/s |
GTX 780 Ti |
Kepler |
2880 |
3GB |
336,5GB/s |
GTX 780 |
2304 |
3GB |
288GB/s |
GTX 770 (GTX 680) |
1536 |
2GB |
224GB/s |
GTX 760 (GTX 660 OEM) |
1152 |
2GB |
192GB/s |
AMD |
RX Vega 64 |
GCN 5 |
4096 |
8GB |
484GB/s |
RX Vega 56 |
3584 |
8GB |
410GB/s |
RX 480 (RX 580, RX 590) |
GCN 4 |
2304 |
8GB |
256GB/s |
RX 470 (RX 570) |
2048 |
4GB |
211GB/s |
R9 Fury X |
GCN 3 |
4096 |
4GB |
512GB/s |
R9 390X (R9 290X) |
GCN 2 |
2816 |
8 (4)GB |
384 (320)GB/s |
R9 380 (R9 285) |
GCN 3 |
1792 |
4 (2)GB |
176GB/s |
R9 280X (HD 7970) |
GCN 1 |
2048 |
3GB |
288GB/s |
R7 370 (R7 265, HD 7850) |
1024 |
4 (2)GB |
179GB/s |