Tv's met de nieuwste HDMI-standaard, versie 2.1, zijn er al eventjes, maar monitoren moesten het tot dusver nog zonder stellen. De eerste HDMI 2.1-monitoren werden weliswaar al begin dit jaar aangekondigd, maar de wereldwijde supply chain- en logistieke problemen zorgden voor wat uitstel. Inmiddels is een handjevol beeldschermen van HDMI 2.1-aansluitingen voorzien, en wij hebben er twee naast elkaar gezet. We testten de 43" grote Aorus FV43U van Gigabyte en van Philips ontvingen we de Momentum 559M1RYV. Samen met nog twee Aorus-modellen en de net aangekondigde Odyssey Neo G9 van Samsung zijn dit momenteel de enige HDMI 2.1-monitoren op de markt.
Voor we daadwerkelijk naar de beeldschermen kijken, tippen we eerst even de verschillen van HDMI 2.1 met voorganger 2.0 aan en vertellen we waarom versie 2.1 mogelijk interessant is voor je. Eerder schreven we achtergrondartikelen over HDMI 2.1 en de problematiek en implementatie van de standaard op tv's. Aan het stekkertje zie je in ieder geval niets: dat is de bekende HDMI-stekker gebleven. De nieuwe standaard kan met 48Gbps echter veel meer bandbreedte verwerken dan de voorganger, die 18Gbps aankon. Bovendien is de encoding efficiënter, waardoor ook nog eens een hoger rendement van die datarate mogelijk is. Dat betekent dat de resolutie en framerate omhoog kunnen; de resolutie naar maar liefst 10k en framerates naar 120Hz. Voor bronnen die niet altijd 120 beeldjes per seconde kunnen leveren, ondersteunt HDMI 2.1 een techniek die vrr wordt genoemd: variable refresh rate. Dat is vergelijkbaar met FreeSync of G-sync: de verversingssnelheid van het scherm volgt de aangeleverde framerate.
In vergelijking met HDMI 2.0 kan HDMI 2.1 niet alleen hogere resoluties en framerates aan; dankzij de extra bandbreedte hoeft het beeld minder te worden gecomprimeerd. Chroma subsampling, dat bij 2.0 nog nodig was vanaf 4k/75-beeld, is met HDMI 2.1 niet nodig. Pas wanneer hoge resoluties worden gecombineerd met extreem hoge framerates, vanaf 4k/250, wordt van DSC, ofwel Display Stream Compression, gebruikgemaakt, net als DisplayPort 1.4 dat doet.
Lang niet iedereen zal HDMI 2.1 kunnen benutten, want nog niet alle videokaarten ondersteunen de standaard. De nieuwste generatie videokaarten van zowel AMD als Nvidia doet dat wel, en crucialer: de nieuwe generatie consoles, de PS5 en Xbox Series X, doen het ook. Dat betekent dat je je console op deze HDMI 2.1-schermen kunt aansluiten en je games op maximale beeldkwaliteit kunt spelen. Met de twee geteste schermen richten Gigabyte en Philips hun pijlen dan ook expliciet op gamers die de nieuwste console van Sony of Microsoft hebben.
De Gigabyte Aorus FV43U is voor een kleine duizend euro verkrijgbaar, terwijl de Philips Momentum 559M1RYV op het moment van schrijven bij slechts één winkel verkrijgbaar is, voor een bedrag van 1462 euro. Daarvoor krijg je dan wel een groter scherm van 55 inch, met - net als bij zijn directe voorganger, de 558M1 - een forse soundbar. We vergelijken de schermen met de eerder door ons geteste monitoren die voor de zojuist genoemde groep consolegamers zijn gemaakt.