One cable to rule them all, dat zou de belofte achter USB en achter de USB-C-connector zijn. Wat een mooie wereld zou dat zijn; elk apparaat dat je koopt, van smartphone tot laptop en van display tot toetsenbord, heeft een USB Type-C-connector en elk apparaat dat je met een ander verbindt, werkt gewoon. Je voeding wordt door dezelfde kabel geleverd als waar de data met ongekende bandbreedte doorheen giert, alles werkt met alles en je hoeft nergens over na te denken.
Helaas blijkt de praktijk wat weerbarstiger. Lang niet elke USB-C-poort ondersteunt elk aspect van de specificatie en soms is het maar gissen naar de mogelijkheden van de aansluiting. Daar zijn verschillende oorzaken voor: enerzijds de fabrikanten die lang niet altijd even duidelijk zijn over wat hun poortje of kabel kan, en anderzijds het USB-IF. Die organisatie zou zorg moeten dragen voor de uniformiteit van de standaard, zou fabrikanten moeten helpen hun producten te laten certificeren, en zou moeten zorgen voor de juiste naamgeving en het correcte logogebruik.
Die naamgeving is, zoals we al zagen, zacht gezegd een onoverzichtelijke warboel geworden, met nieuwe versies die de namen van oude versies veranderen en een wildgroei aan mogelijkheden. Het meest schrijnende voorbeeld is USB 3.0, dat inmiddels door USB 4 ondersteund kan worden, en USB 3.1 Gen1 en USB 3.2 Gen1x1 is genoemd.
Het logogebruik helpt evenmin. Volgens het USB-IF is handhaving tegen oneigenlijk gebruik van logo's geen haalbare kaart en het veelvoud aan beschikbare logo's om alle mogelijkheden van een poort of kabel aan te duiden, helpt ook al niet.
Een paar handvatten zijn er wel: zo moet een USB 4-gecertificeerde hub USB 2.0, USB 4 met 20Gbps en 40Gbps, DisplayPort, en Thunderbolt ondersteunen, maar die laatste twee zijn niet verplicht voor USB 4-gecertificeerde hosts, zoals laptops. Wat kabels betreft hoef je van een goedkope kabel niet te veel te verwachten: voor de snelste varianten als Thunderbolt 20Gbps is een gecertificeerde kabel nodig, die voor 40Gbps-snelheden niet langer dan vijftig centimeter mag zijn. Voor C-C-kabels die langer dan twee meter zijn hoef je geen 5Gbps-verbindingen te verwachten en 10Gbps is in de regel beperkt tot één meter lange kabels. Wat voeding betreft is een stroomsterkte van 5A zonder e-marker in de stekkers niet mogelijk.
Al die factoren dragen bij aan de situatie waarin een stekker, poortje of zelfs een naam, geen garantie is voor de verwachte functionaliteit. Zo zitten we met kabels die helemaal niet geschikt zijn voor de apparaten die we hebben, en opladers die wel over de juiste aansluitingen beschikken, maar onvoldoende vermogen leveren voor een apparaat. Er gloort desalniettemin hoop aan de horizon, want met USB 4 en de langzame overstap naar Type C-stekkers en kabels op steeds meer hardware komt er vast wel een tijd dat één kabel inderdaad alles kan.