Uiteindelijk zijn alle makers trots op wat ze hebben gemaakt en op de manier waarop ze het gemaakt hebben, kritiek of niet. Ook wordt er nog steeds actief gewerkt aan het verbeteren van de app. Onlangs is er bijvoorbeeld een pauzefunctie in de app gebouwd en er is samenwerking met andere Europese coronamelder-apps die het Google en Apple-framework gebruiken, waardoor de app ook over de grens werkt. Allemaal staan ze er nog steeds van te kijken dat het is gelukt om zo snel op zo'n efficiënte manier deze overheidsapp te maken, met een bij elkaar geraapte club van ongeveer honderd betrokkenen, die grotendeels vanuit huis werkten. "Ik denk dat we er trots op moeten zijn", zegt Janson. "Ik vond het een grote eer", voegt Visser toe. "De app werkt goed en doet wat ie moet doen. Het blijft een technisch hulpmiddel dat kan falen, dus er zijn altijd situaties denkbaar waarbij bijvoorbeeld het bluetoothsignaal niet opgevangen wordt. Ik ben echter blij dat we zo'n goed werkende app hebben kunnen afleveren in zo'n korte tijd."
Er valt volgens de makers veel te leren uit dit proces en ze hopen dan ook dat de ontwikkeling van CoronaMelder een voorbeeld kan zijn van hoe je goede overheidssoftware maakt via Europese aanbestedingen, vindt Jansch. "Vooral dat je als aanbestedende partij zelf de regie moet houden en zelf experts moet inschakelen, zodat je de expertise in huis hebt om een project goed te leiden." Ook kan de overheid iets leren van de manier waarop de app ontwikkeld is. "Normaal gesproken worden overheidsprojecten watervalachtig gebouwd: het duurt jaren. Dit leek veel meer op een lean start-up; er ging veel parallel en prototypes werden gevalideerd terwijl we intussen doorbouwden. Dat is niet gebruikelijk voor de overheid, maar de moeite waard om vaker te proberen", zegt Jansch.
"Dat hoeft echt niet altijd met deze bloedspoed", zegt Visser. "Wat cultuur betreft was het interessant om te laten zien hoe de overheid en externen verschillend werken. Er zit heel veel hiërarchie in zo'n overheid. In het begin kreeg ik de indruk dat ik ingehuurd was om code te tikken en dat ik me er voor de rest niet zo mee moest bemoeien. Dat is niet hoe ik werk; ik moet het grote geheel kennen." Dus er kan veel geleerd worden van de rol die ontwikkelaars spelen bij zo'n proces.
Tot slot kan de overheid er volgens de makers van leren dat ze prima transparant en open software kan ontwikkelen. "Dit is zo'n groot publiek project geworden", zegt Janson. "Omhels dit. Dit wil je bij de overheid altijd", zegt De Winter. "Mensen zijn gewend altijd en overal data af te geven", zegt Jansch. "We hebben laten zien dat dat niet hoeft als je security by design in het proces toepast en privacy waarborgt. Meer overheidsprojecten zouden zo moeten werken. Of de app nu wel of niet een succes blijkt, op dat gebied kan het een voorbeeld zijn."