Minder dan de helft van de mensen die in CoronaMelder een melding krijgen dat zij in contact zijn geweest met iemand die besmet is met het coronavirus, laat zich testen of blijft thuis. Dat blijkt uit een enquête van de Erasmus Universiteit Rotterdam in opdracht van het ministerie van VWS.
Het onderzoek van de Erasmus Universiteit onder leiding van hoogleraar Wolfgang Ebbers kijkt naar de effectiviteit van CoronaMelder na het krijgen van een melding van kans op besmetting. Uit de resultaten blijkt dat van de kleine groep die een melding krijgt, lang niet iedereen in thuisquarantaine gaat of zich laat testen. Veel van de mensen die zich wel lieten testen na een melding, hadden dat zonder de app niet gedaan, omdat ze niet aan het licht gekomen waren in bron- en contactonderzoek van de GGD.
Het overgrote deel van de gebruikers van de CoronaMelder-app krijgt volgens het onderzoek nooit een melding: 83 procent. 13 procent kreeg wel een of meer keren een melding dat ze in contact waren geweest met iemand die besmet is met het coronavirus. "Geen melding is goed nieuws", vertelt professor Ebbers.
Kleine steekproef
Tussen 21 januari en 3 februari vulden 11.710 mensen een enquête in van de Erasmus Universiteit. De verdelingen in leeftijd, opleiding en geslacht zijn redelijk gelijk. Mannen en vrouwen tussen 56 en 75 jaar oud met een middelbare of hogere opleiding zijn in de steekproef licht oververtegenwoordigd, en jonge mannen met een lagere of middelbare opleiding licht ondervertegenwoordigd.
Ook al is dit een redelijk grote steekproef, er zijn relatief weinig respondenten bij wie iets gezegd kan worden over de uiteindelijke effectiviteit van de app. Van de 11.710 respondenten is 85 procent bekend met de app CoronaMelder. Van die groep, 9913 mensen, heeft maar 45 procent de app geïnstalleerd of geïnstalleerd gehad. Dat komt neer op 5619 respondenten die de app geïnstalleerd hadden.
CoronaMelder en bron- en contactonderzoek
Een relatief kleine groep, 722 mensen, kreeg dus melding dat ze in contact geweest zijn met iemand die besmet is met het coronavirus. Van die 722 is minder dan de helft na melding benaderd door de GGD, maar 42 procent of 302 van hen. Volgens Ebbers is dit een goed signaal. "Dit geeft aan dat personen die een melding ontvangen, vaker in het bron- en contactonderzoek als nauw contact worden geïdentificeerd."
De andere 58 procent werd dus niet benaderd door de GGD, maar kreeg wel via CoronaMelder een melding om thuis te blijven en zich te laten testen bij klachten. Ook dat is volgens Ebbers positief. "CoronaMelder is aanvullend op het bron- en contactonderzoek. Dat 58 procent nooit is benaderd, is heel goed, want dat wil zeggen dat CoronaMelder mensen bereikt die de GGD niet kan vinden doordat die niet op de radar komen."
Uiteindelijk bleken 35 van de 722 mensen die een melding kregen, zelf ook het coronavirus mee te dragen. Zij lieten zich testen na de melding. "Dat is een steekproef", legt Ebbers uit. "Maar het geeft inzicht in de toegevoegde waarde van de app. "Volgens de recentste factsheet van CoronaMelder zijn 10.741 mensen positief getest na melding in de app. 53 procent van hen is nooit benaderd door de GGD. Die groep wordt gevonden door CoronaMelder. Dat is goed", stelt Ebbers.
Kleine groep blijft thuis en laat zich testen
Minder positief is dat een aanzienlijk deel van de gebruikers van de CoronaMelder-app volgens het onderzoek van Ebbers vrij weinig doet na een melding. Van de respondenten zegt maar 40 procent in thuisquarantaine te zijn gegaan en 41 procent een test aan te hebben gevraagd. Die 41 procent is volgens Ebbers wel een ondergrens, doordat het testbeleid in december veranderde. Hij verwacht dan ook dat in de praktijk meer mensen zich laten testen, maar hoeveel meer weet hij niet. 12 procent deed niets. De rest waarschuwde mensen in hun omgeving, nam contact op met de GGD of met de huisarts voor advies of deed iets anders. Dat wil zeggen dat 60 procent ondanks de melding de deur uit ging.
Ook van de mensen die gezondheidsklachten ontwikkelden binnen tien dagen na de melding, vroeg minder dan de helft een test aan, 46 procent of 147 mensen. De onderzoekers concluderen dat mensen met klachten en een melding in de app, niet significant vaker iets ondernemen dan mensen zonder klachten. Zij bleven niet vaker thuis dan mensen zonder klachten. Omdat een relatief grote groep de adviezen in de app niet opvolgt, stelt Ebbers dat het ministerie van VWS actiever in moet zetten op de communicatie om mensen ertoe over te halen de adviezen op te volgen.