Ongeveer een jaar nadat de eerste testversie van de Oculus Rift uitkwam, heeft het bedrijf achter de virtual reality-bril een nieuwe versie uitgebracht. De tweede testversie moet dichter bij de consumentenversie van de virtual reality-bril liggen.
Oculus VR, het bedrijf achter de virtual reality-bril, bracht op de Game Developer Conference in San Francisco meer informatie over de nieuwe bril naar buiten. Hoewel de nieuwe developer kit van de Oculus Rift nog niet gelijk is aan de versie die uiteindelijk aan consumenten zal worden verkocht, is het wel een heel eind in die richting, stelt Oculus VR: alle games die met deze kit worden gemaakt, werken ook in de versie die aan consumenten zal worden verkocht. De nieuwe developerversie kost 350 dollar en kan per direct worden besteld; het uitleveren begint waarschijnlijk in juli.
Het oled-scherm van het apparaat biedt onder meer een hogere resolutie dan zijn voorganger: 960 bij 1080 pixels per oog, waar dat in de originele versie nog 640 bij 800 pixels per oog was. Daarnaast beschikt de Rift nu over een cmos-camerasensor aan de voorzijde, om bewegingen preciezer te kunnen volgen. Daardoor kunnen gamers bijvoorbeeld om hoekjes van muren kijken in spellen.
Verder zou het beeld van het apparaat iets stabieler moeten zijn en is hij voorzien van een usb-poort om accessoires te kunnen inpluggen. Daar staat tegenover dat het apparaat zwaarder is geworden: 440 gram, waar dat eerst nog 380 gram was. Dat komt echter doordat de plastic mallen waarmee het apparaat is gemaakt nog niet zijn geoptimaliseerd; de consumentenversie moet uiteindelijk lichter dan 380 gram worden.
Wel is de breakout box, die tussen de headset en de computer moest worden geplaatst, verdwenen: de bril kan nu rechtstreeks via hdmi en usb op een computer worden aangesloten. Ook zijn de infraroodlichten, die voorheen te zien waren, nu weggewerkt achter het plastic.