De Amerikaanse overheid staat internet- en andere techbedrijven toe om aantallen over opvragingen openbaar te maken die ze ontvangen van onder andere de NSA. In ruil daarvoor stoppen de techbedrijven met rechtszaken tegen de overheid over meer transparantie.
Bedrijven mogen de aantallen geheime opvragingen op basis van de FISA vrijgeven, maar het gaat niet om precieze aantallen: alleen reeksen van 0 tot en met 999 mogen gepubliceerd worden. Daarnaast mogen de techbedrijven de FISA-opvragingen als onderdeel van andere opvragingen meetellen, zonder details te geven.
Het gaat om een voorlopig besluit dat nog door de FISA-rechtbank moet worden goedgekeurd. De Amerikaanse overheid komt hiermee de belofte van president Obama over meer openheid in ieder geval voor een deel na. De bedrijven die rechtszaken tegen de Amerikaanse staat voerden om meer transparantie af te dwingen, zoals Google, Yahoo, Microsoft, Facebook en LinkedIn, zijn positief over de stap.
"We begonnen onze rechtszaken omdat we geloven dat het publiek het recht heeft de aantallen en soorten opvragingen met betrekking tot nationale veiligheid te kennen die we ontvangen", melden de gezamelijke bedrijven in een verklaring, "We zijn blij dat we nu deze informatie mogen vrijgeven. Het is een positieve stap en we manen het congres aan meer stappen te nemen om meer hervormingen door te voeren."
Burgerrechtenbeweging Electronic Frontier Foundation noemt het besluit tegenover CNet 'een klein scheurtje in de muur van geheimhouding'. De organisatie wijst erop dat bedrijven geen details mogen verstrekken en alleen 'vage numerieke reeksen' kunnen publiceren.