Het elektronisch stemmen moet weer worden ingevoerd, concludeert een commissie die het afgelopen halfjaar heeft onderzocht of de stemcomputer weer moet worden ingevoerd. De commissie kiest voor een stemprinter met een paper trail.
De commissie presenteert haar bevindingen woensdagmorgen in Nieuwspoort. Hoewel de commissie, die bestond uit zowel skeptici als voorstanders van elektronisch stemmen, pleit voor de herinvoering van elektronisch stemmen, verandert er wel wat. In de oude situatie werden de stemmen door een stemcomputer geregistreerd en opgeteld, waarbij het hele stemproces digitaal verliep, maar dat vindt de commissie geen goed idee. "Dat is niet transparant en controleerbaar", aldus de commissie in een schriftelijke verklaring. Het is immers niet te controleren of het aantal stemmen is gemanipuleerd.
In plaats daarvan zou gebruikgemaakt moeten worden van een stemprinter en een -scanner. Kiezers geven op een stemprinter aan op welke kandidaat ze willen stemmen, waarna een stembiljet uit de printer rolt. Daarop staat enkel de naam van de kandidaat en zijn partij, waardoor de stemmer kan controleren of zijn stem correct uit de printer is gekomen. De stemprinters moeten over goed te bedienen toetsen en audio-ondersteuning beschikken, om mensen met beperkingen in staat te stellen hun stem te geven.
Als de stembussen sluiten, moeten alle stembiljetten elektronisch worden geteld. Daarbij zouden ook controletellingen moeten plaatsvinden. Het voordeel van een paper trail van stembiljetten is dat niet enkel wordt vertrouwd op een opgeslagen waarde in een stemcomputer, die ongemerkt zouden kunnen worden gemanipuleerd. Volgens de commissie zou de stemprinter aanvankelijk bij verkiezingen bij gemeentelijke herindelingen moeten worden getest, en zou een landelijke uitrol in 2018 of 2019 kunnen plaatsvinden.
Volgens de commissie is de stemprinter 'fraudebestendig, transparant, controleerbaar en toegankelijk voor kiezers'. Daarnaast verloopt het tellen van de stemmen veel sneller dan bij papieren stembiljetten: de commissie denkt dat de uitslag om tien uur bekend zou moeten kunnen zijn. Doordat de stembiljetten nu handmatig worden geteld, duurt het nu soms tot ver na middernacht voordat de uitslag bekend is. De gemeenten hebben de afgelopen jaren herhaaldelijk gelobbyd voor het herinvoeren van de stemcomputer.
Desondanks kleeft er wel een risico aan de stemprinter, stelt de commissie: dat van elektromagnetische straling, waardoor op afstand zou kunnen worden afgelezen waar iemand op heeft gestemd, in strijd met het stemgeheim. "Dat valt nooit helemaal te voorkomen", aldus de commissie. Dat valt wel te beperken door maatregelen te nemen die straling tegengaan. Het risico dat overblijft is volgens de commissie acceptabel, afgezet tegen de voorwaarden van de stemprinter. Bovendien is stemmen met het rode potlood ook niet waterdicht, stelt de commissie: een kwaadwillende zou een camera in een stemhokje kunnen ophangen.
De stemcomputer werd in Nederland lange tijd gebruikt, maar bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 werd het rode potlood opnieuw ingevoerd. Dat gebeurde nadat de groep Wijvertrouwenstemcomputersniet.nl had aangetoond dat de gebruikte apparatuur onveilig was. Volgens de organisatie was het stemgeheim niet gewaarborgd, omdat uit elektromagnetische straling van de stemcomputers kon worden afgeleid wat iemand had gestemd, en was de uitslag niet te vertrouwen omdat maar weinig mensen wisten hoe de closedsourcesoftware van de stemmachines in elkaar zat.
De commissie bestond onder meer uit de voorzitter van het Genootschap van burgemeesters, Bernt Schneiders, een groot voorstander van de stemcomputer. Eerder dit jaar zei Schneiders nog dat de stemcomputer wat hem betreft 'zo snel mogelijk' zou moeten worden ingevoerd. Ook een vocaal tegenstander van de stemcomputer, Arjen Kamphuis, nam echter zitting in de commissie. In het verleden noemde hij de stemcomputer een 'gevaar voor de democratie'. Ook directeur van beveiligingsbedrijf Fox-IT Ronald Prins zat in de commissie, naast een hoofddocent van de Radboud Universiteit.