De in Engeland wonende Nederlandse natuurkundige André Geim kreeg dinsdag de Nobelprijs voor natuurkunde toegekend. Hij ontving de Zweedse wetenschappelijke prijs samen met Konstantin Novoselov voor zijn werk met grafeen.
De twee onderzoekers, een Rus en een Russische Nederlander die werkzaam zijn in Engeland, kregen hun prestigieuze prijs toegekend voor hun werk aan grafeen; ze ontwikkelden een manier om het koolstofmateriaal te produceren. Grafeen is sinds de ontdekking in 2004 van het 'tweedimensionale' laagje koolstof een veelbelovend materiaal gebleken, vooral voor de halfgeleiderindustrie.
Geim en Novoselov ontwikkelden een eenvoudige manier om de monolaag koolstof te produceren. Ze gebruikten plakband om voorzichtig een enkele laag koolstofatomen van een blokje grafiet los te trekken. De onderzoekers ontwikkelden daarop eenvoudigere manieren om grafeen te produceren.
De kippengaasstructuur van een enkele laag koolstofatomen wordt onder meer toegepast in grafeentransistors, ultracondensators en transparante elektrodes. De unieke eigenschappen van grafeen, waaronder de zeer goede mobiliteit van elektronen in de kippengaasstructuur en de hoge mate van transparantie voor licht, maken een breed toepassingsgebied voor grafeen mogelijk. Tevens is het materiaal vele malen sterker dan staal.
De kersverse Nobelprijswinnaar doceert momenteel aan de universiteit van Manchester. Hoewel hij tegenwoordig in het Verenigd Koninkrijk woont, heeft Geim, die Rus is van geboorte, nog wel banden met Nederland. Zo is hij nog verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en heeft hij een eredoctoraat aan de TU Delft. In 2000 mocht Geim al de Ig Nobelprijs in ontvangst nemen voor zijn onderzoek waarbij een levende kikker met behulp van een magneet kon zweven. Deze ludieke prijs wordt elk jaar uitgereikt door Improbable Research.