De Nobelprijs voor de Natuurkunde is dit jaar toegekend aan de Fransman Serge Haroche en de Amerikaan David Jay Wineland. Volgens het Nobelcomité hebben de twee fysici belangrijk wetenschappelijk werk verricht in de quantummechanica.
Serge Haroche en David Jay Wineland hebben onafhankelijk van elkaar onderzoek verricht naar de interactie op quantumniveau van licht met materie. Het Nobelcomité schrijft dat de fysici baanbrekend werk binnen de quantumfysica hebben verricht door aan te tonen dat afzonderlijke deeltjes niet alleen gemeten maar ook gemanipuleerd kunnen worden. Beide wetenschappers zullen in december een medaille ontvangen en een geldbedrag van circa 930.000 euro krijgen.
Wineland wist bij zijn onderzoek ionen te vangen binnen elektromagnetische velden en kon deze met behulp van laserlicht meten en manipuleren. Haroche deed het omgekeerde door fotonen te 'vangen' binnen twee spiegels en deze te manipuleren door er zogenaamde Rydberg-atomen doorheen te laten 'vliegen'. Belangrijk bij beide onderzoeken is dat het mogelijk is om quantumsystemen te onderzoeken zonder dat deze vernietigd worden.
:fill(white)/i/1349799174.jpeg?f=thumb)
:fill(white)/i/1349799175.jpeg?f=thumb)
De onderzoeken van Haroche en Wineland hebben onder andere atoomklokken opgeleverd die een factor honderd nauwkeuriger zouden zijn dan de huidige cesium-atoomklokken. Gerekend over de geschatte leeftijd van het heelal van 14 miljard jaar zou een dergelijke klok sinds de Big Bang tot het heden slechts 5 seconden achterlopen. Daarnaast kunnen hun bevindingen nuttig zijn bij de ontwikkeling van toekomstige quantumcomputers.
François Englert, een Belgische fysicus, greep naast de Nobelprijs voor de natuurkunde. Hij werd getipt als winnaar omdat hij het bestaan van het Higgs-boson had voorspeld. Volgens sommige deskundigen kwam de ontdekking van het Higgs-deeltje deze zomer echter te laat; de nominaties voor de Nobelprijzen worden al in februari bepaald.