De Belgische hoogleraar François Englert krijgt de Nobelprijs voor de natuurkunde voor zijn theoretische ontdekking van het Higgs-boson. CERN bevestigde zijn theorie vorig jaar met de vermoedelijke ontdekking van het deeltje.
De 80-jarige Englert, elektronica-ingenieur en doctor in de fysica aan de Franstalige universiteit ULB in Brussel, krijgt de prijs samen met de 84-jarige Brit Peter Higgs, de naamgever van het Higgs-boson. Beiden publiceerden in 1964 onafhankelijk van elkaar dezelfde theorie, die het bestaan van het 'Godsdeeltje' veronderstelde.
Zo wordt met het bestaan van het Higgs-boson bijvoorbeeld aangetoond waarom fotonen geen en elektronen wel massa hebben. Het Higgs-veld, dat Higgs-bosonen als gevolg heeft, zou het natuurkundige mechanisme zijn waaraan deeltjes hun massa ontlenen. Omdat ze allebei dezelfde theorie voorstelden, krijgen beide wetenschappers de Nobelprijs, redeneert de organisatie. De twee krijgen samen een geldprijs van omgerekend 920.000 euro.
Iets meer dan een jaar geleden liet CERN weten het deeltje gevonden te hebben. De ontdekking van het deeltje blijkt uit analyse van de botsingen in de Large Hadron Collider. Dat deeltje zou volgens de onderzoekers het langgezochte Higgs-boson kunnen zijn. Uit de resultaten van het CMS-team en het Atlas-team, de twee grootste detectors van de LHC, zou het deeltje een massa van ongeveer 125GeV hebben. De kans dat de waarnemingen op toeval berusten, bedraagt dankzij een significantie van 4,9 sigma slechts ongeveer 0,0001 procent.
Englert kreeg vorig jaar de Nobelprijs niet, hoewel hij toen wel als winnaar getipt werd. De ontdekking van het deeltje in juli vorig jaar zou te laat zijn geweest.