Natuurkundigen van het Blackett Physics Laboratory aan het Imperial College London hebben naar eigen zeggen een manier bedacht om materie uit licht te maken in een laboratorium. Wetenschappers dachten lange tijd dat dit niet mogelijk was.
De Britten werkten een manier uit om in de praktijk de theorie van Gregory Breit en John Wheeler uit 1934 te testen. Die opperden dat het mogelijk is om licht om te zetten in materie door twee fotonen te laten botsen. Op die manier ontstaan een elektron en een positron, twee tegenovergestelde deeltjes.
De theoretische berekeningen van Breit en Wheeler bleken correct, maar de geleerden zeiden destijds dat ze niet verwachtten dat de voorspelling ooit in een laboratorium kon worden gedemonstreerd. Eerdere experimenten vereisten namelijk het toevoegen van massieve partikels met een hoge energie.
De natuurkundigen van het Blackett Physics Laboratory, die normaal werken aan energie uit kernfusie, zeggen nu in Nature dat er wél een manier is om de theorie van Breit en Wheeler te testen. Met bestaande technologie willen ze een zogeheten 'foton-foton-collider' bouwen die licht direct in materie zou kunnen omzetten. Daarmee willen ze de eerste honderd seconden van het bestaan van het universum na de Oerknal simuleren.
Voor het experiment willen de wetenschappers eerst een extreem krachtige hoge-intensiteitlaser gebruiken om elektronen te versnellen tot bijna de snelheid van het licht. Vervolgens richten ze de elektronen op een gouden plaat om een straat van fotonen te maken, die een miljard keer meer energie zou bevatten dan zichtbaar licht.
De tweede stap bestaat uit het afvuren van de hoge-energielaser op de binnenkant van een zeer klein gouden blikje, een zogenoemde hohlraum. Op die manier ontstaat een warmtestralingsveld dat licht genereert dat lijkt op het licht dat van sterren afkomstig is.
Tenslotte willen de wetenschappers de fotonenstraal die zij maakten met de gouden plaat, door het midden van het gouden blikje sturen. Op die manier botsen de fotonen uit beide bronnen met elkaar en vormen zij elektronen en positronen. Dat proces zou waarneembaar zijn als de elektronen en positronen uit het hohlraum komen.
Hoofdonderzoeker Oliver Pike meent dat het experiment een van de meest 'pure manifestaties is van E=mc²'. De onderzoekers verwachten dat het onderzoek binnen een jaar is afgerond. Enkele plaatsen wereldwijd beschikken over de benodigde technologie om het experimentele onderzoek uit te voeren, zoals in Rochester in New York en in Aldermaston in het Verenigd Koninkrijk. Daar staan respectievelijk de Omega- en de Orion-laser.