Nederlandse wetenschappers hebben een uitvinding gedaan waarbij dunne lagen van bijvoorbeeld vloeibaar tin of lithium in de wand van de uitlaat van een kernfusiereactor worden aangebracht. Hiermee zou de reactorwand bij een kernfusie beter bestand zijn tegen de enorme vrijkomende hitte.
De wetenschappers van het Nederlands instituut voor fundamenteel energieonderzoek, Differ, denken dat de uitvinding een doorbraak kan betekenen voor de ontwikkeling van kernfusie als energiebron. In feite gaat het om het gebruik van vloeibaar metaal op de reactorwand, dat zichzelf voortdurend moet kunnen herstellen. Het moet daarmee bestand zijn tegen de schade die het plasma kan veroorzaken in de reactor, op het moment dat er bijvoorbeeld twee waterstofatomen worden samengesmolten. De temperatuur van het plasma kan bij een kernfusie oplopen tot 150 miljoen graden Celsius. Plasma is naast vast, vloeibaar en gas de vierde aggregatietoestand; het betreft een fase waarin de atomen hun elektronen zijn kwijtgeraakt, waarna de atoomkernen ioniseren.
Het gaat hierbij vooral om het beschermen van de uitlaat van de kernfusiereactor, die ervoor moet zorgen dat de enorme hitte en geladen deeltjes die bij een kernfusie vrijkomen, worden afgevoerd en daardoor niet de reactorwand kunnen beschadigen. Het plasma wordt in principe weggehouden van de reactorwand door elektromagnetische velden, maar de uitlaat van de reactor, een divertor, komt echter wel direct in aanraking met plasma. Daardoor moet deze bestand zijn tegen een bombardement van geladen deeltjes en de enorme hitte. Het is uiteindelijk de bedoeling dat de warme die de uitlaat afvoert, wordt gebruikt voor de energieopwekking.
Tegen de Volkskrant vertelt hoofdonderzoeker Van Eden dat zijn team in het laboratorium een wand voor de uitlaat heeft ontwikkeld waarin een laag vloeibaar tin gevangen zit in een sponsachtige houder van wolfraam. Door het toepassen van dit vloeibare metaal bleek de wand koeler te blijven dan de vaste wand, en bovendien bleek er sprake van een zelfreparerend effect. Het vloeibare metaal kan de energie-uitbarstingen in de wand opvangen en verdunnen, voordat deze de wand zelf bereiken. Door de oplopende temperaturen verdampt er steeds meer metaal en ontstaan er gaswolken van tin, die als een soort schild werken en de energie naar alle kanten uitstralen. Dit reguleert de temperatuur, die in balans en vrij constant blijft.
Het probleem is dat gewone metalen niet zijn opgewassen tegen de extreme hitte. Volgens Marco de Baar, hoofd van het fusieonderzoek bij Differ, is ook een uitlaat met een wand van stevig metaal met een hoog smeltpunt onvoldoende om weerstand te bieden aan het plasma. Als de wand of de uitlaat van de reactor smelt, dan is de reactor meteen niet meer bruikbaar. Het vervangen van de uitlaat zou betekenen dat de reactor te vaak moet worden stilgelegd. Overigens is het Eindhovense energieonderzoeksinstituut Differ niet alleen bezig met het beter beschermen van de uitlaat door het gebruik van nieuwe materialen; er wordt ook onderzoek verricht naar het verdunnen van het plasma voordat het de wand van de uitlaat bereikt.
Op dit moment word er een experimentele kernfusiereactor in Frankrijk gebouwd. Bij dit ITER-complex in Frankrijk is niet duidelijk of de reactorwand van wolfraam wel goed bestand is tegen de extreme situatie bij een kernfusie. De uitvinding van het vloeibaar metaal biedt mogelijk uitkomst. In 2025 moeten er experimenten plaatsvinden in het complex. De opvolger van ITER, de fusiecentrale met de naam Demo, moet vanaf 2030 worden ontwikkeld en rond 2050 daadwerkelijk stroom gaan opwekken. Over een jaar of vijf wordt voor het ontwerp van Demo uit een aantal verschillende alternatieven gekozen voor de bescherming van de reactoruitlaat. De uitvinding van het gebruik van vloeibaar metaal van Differ is een van deze alternatieven.
De onderzoekers hebben over hun uitvinding gepubliceerd in de vorm van een paper in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Communications, onder de titel Oscillatory vapour shielding of liquid metal walls in nuclear fusion devices.