Een medewerker van een onderzoekslaboratorium van de Technische Universiteit Delft heeft nanostructuren ontwikkeld die in twee toestanden kunnen resoneren. Daardoor zouden de nanoveren als mechanische bits kunnen worden gebruikt.
Het onderzoek naar de nanodraden werd uitgevoerd in het Kavli Institute of Nanoscience, een onderzoekslab van de TU Delft. Warner Venstra, de verantwoordelijke voor het onderzoek, publiceert zijn resultaten in Applied Physics Letters. Daarin beschrijft hij hoe hij zogeheten cantilevers, of veren die aan één kant zijn vastgeankerd, bouwde uit siliciumnitride. De cantilevers zijn 30 micrometer lang en 200 nanometer dik, en aan één kant bevestigd aan een piëzokristal.
Door een wisselspanning op het kristal aan te brengen wordt het siliciumnitride in trilling gebracht. De spanningsafhankelijke kracht die op de cantilever wordt uitgeoefend is bepalend voor de uitwijking van het siliciumnitride. Boven een bepaalde kracht heeft het 'veertje' twee stabiele uitwijkingen. Door variaties in de frequenties of krachten op het siliciumnitride kan het van de ene stabiele toestand naar de andere springen. Op die manier kunnen twee discrete, of binaire, toestanden worden gerealiseerd.
Volgens Venstra zouden de vibrerende cantilevers kunnen worden gebruikt als mechanische bits in een computer. De bits zouden relatief zuinig zijn, maar of ze met minder energie toekunnen dan hun elektronische tegenhangers, valt te betwijfelen. Tevens zouden de siliciumnitride-veren in een speciaal soort microscoop dienst kunnen doen om middels afm het oppervlak van objecten af te tasten.