In de hoger beroepszaak tegen de beheerders van Shareconnector en Releases4u stelde het Openbaar Ministerie dat het plaatsen van edonkey-links als een openbaarmaking moet worden gezien. Het OM verwees hierbij naar civiele jurisprudentie.
Woensdag vond na eerder uitstel het hoger beroep van de strafzaak tegen de beheerders van de eDonkey-sites Shareconnector.com en Releases4u.net plaats. In de zaak zal de rechter zich mogelijk voor het eerst inhoudelijk uitspreken over de rechtmatigheid van het publiceren van hashlinks die het downloaden van bestanden op eDonkey- en bittorrent-netwerken mogelijk maken. In 2007 oordeelde de rechter dat de beheerders met het beheren van de websites geen inbreuk op auteursrechten pleegden en niet hadden deelgenomen aan een criminele organisatie. Het OM ging hierop in hoger beroep, waarop opnieuw medeplichtigheid aan inbreuk op auteursrecht en deelname aan een criminele organisatie ten laste werd gelegd.
Het OM heeft nieuwe munitie gevonden in de uitspraken van de civiele zaken van Brein tegen Shareconnector. Toen luidde het vonnis dat de beheerder onrechtmatig had gehandeld, omdat het plaatsen van de hashlinks een openbaarmaking vormde en internetgebruikers hielp bij het illegaal uitwisselen van bestanden via p2p-netwerken.
Volgens de advocaat van de beheerder van Shareconnector, Job Hengeveld, zal de rechter de civiele jurisprudentie echter niet mee laten wegen: "Je kunt niet zomaar onderdelen van een civiel vonnis doortrekken naar een strafzaak. Om iets strafbaar te maken wat het eerst niet was is meer nodig, een wetswijziging bijvoorbeeld. De feiten in deze strafzaken vonden bovendien in 2003 en 2004 plaats. Toen was die betreffende jurisprudentie er nog niet eens." Volgens Hengeveld zou de advocaat-generaal zelf gesproken hebben van een proefproces.
De verdediging van de eDonkeysites maakte volgens de advocaat zelf 'gehakt' van een onderzoek van Brein dat het OM aanhaalde en dat antwoord moest geven op technische vragen van de rechtbank: "Het onderzoek is volgens ons slecht uitgevoerd en onvoldoende onderbouwd. Het OM leunt volgens ons veel teveel op de stellingname van Brein." Dat onderzoek werd aanvankelijk als deskundigenonderzoek gepresenteerd. De advocaten van de verdachten maakten hiertegen bezwaar omdat het door een jurist van Brein was opgesteld. Het Openbaar Ministerie zou het onderzoek nog wel aangehaald hebben tijdens de zaak, maar de relevantie gebagatelliseerd hebben. Een nieuw rapport opgesteld door Johan Pouwelse, een deskundige op het gebied van p2p-technologie van de TU Delft, legde tijdens de zitting meer gewicht in de schaal volgens de advocaat: "Pouwelse toonde bijvoorbeeld aan dat 70 tot 75 procent van de gebruikers wel degelijk de uploadfunctie uitzet."
Het OM eiste uiteindelijk een taakstraf van honderd uur en twee maanden voorwaardelijk voor de beheerders. De strafzaak zal op 9 juni vervolgd worden en op 23 juni volgt de uitspraak van de rechtbank van Den Haag.