Minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat steekt 16 miljoen euro subsidie in de uitrol van gratis internet in treinen van de NS en Arriva. Vanaf 2010 moeten de eerste treinen van wifi zijn voorzien. De NS sluit daartoe een contract met T-Mobile.
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat steekt 16 miljoen euro in het project. Daarvan gaat 15 miljoen euro naar de Nederlandse Spoorwegen en 1,1 miljoen euro naar Arriva. Vanaf 2010 moeten de eerste treinreizigers gratis van draadloos internet gebruik kunnen maken. Twee jaar later moeten alle treinstellen van Arriva en alle intercity's van de NS van wifi voorzien zijn.
Met de subsidie moet het openbaar vervoer aantrekkelijker worden, zodat automobilisten verleid worden hun wagen te laten staan en voor het openbaar vervoer te kiezen, zo stelt het ministerie. Eurlings liet in april van dit jaar al weten 15 miljoen euro apart te hebben gezet voor investeringen in draadloos internet in de trein, maar destijds was het nog onduidelijk hoe de invoering van wifi door met name de NS eruit zou gaan zien. Bovendien was het toen nog de vraag of de reizigers zouden moeten betalen voor draadloos internet. De minister laat nu weten dat de subsidie uitsluitend aan de ov-bedrijven wordt verstrekt als deze de dienst gratis gaan aanbieden.
T-Mobile heeft donderdag bekendgemaakt dat het een driejarig contract met de NS heeft gesloten. Naast het aanbieden van wifi-toegangspunten in treincoupé's zullen alle intercity-treinstellen van de NS ook voorzien worden van beeldschermen die actuele reisinformatie tonen. De eerste intercity's met draadloos internet zouden vanaf 1 maart 2010 moeten gaan rijden. De achterliggende technologie zal door de firma Nomad Digital geleverd gaan worden. Dit bedrijf zou al ervaring hebben opgedaan met soortgelijke projecten in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.
Update 14:07: Arriva laat aan Tweakers.net weten dat het de subsidie verwelkomt, maar dat het nog zoekt naar een telecombedrijf om mee in zee te gaan. Arriva heeft al wel samen met KPN een proef gehouden op het traject Groningen-Leeuwarden, maar daarbij lag de nadruk op het testen van veiligheidssystemen, zoals het bij calamiteiten doorsturen van live videobeelden naar de verkeersleiding.